zijnde zij ‘een administratief kerkelijk lichaam’. Zij is dat, ja, maar niet alleen; want door Art. 11 van het Algemeen Reglement is haar o.a. ook de handhaving der Christelijke en Hervormde leer en de vermeerdering der Godsdienstige kennis toevertrouwd.
Intusschen kan men altoos ook van zijne tegenpartij nog wel wat leeren. Dat onze Bijbelvertalers zich aan den textus receptus zullen moeten houden, is ons van den beginne af een aanstoot geweest. Wij verlangen, evenzeer als d.c., van hen ‘geen vertaling met schikking nog naar dwaalbegrippen van hunnen tijd’; ‘geen Bijbelvertaling voor het volk, terwijl zij voor zich zelve eene nog andere en betere kennen’. En dat ‘de taal, in welke de overzetting geschiedt, een zoo bijkomstig punt is geacht, dat de bepaalde zorg daarover als een latere arbeid, na voltooijing der herziening zelve, aan twee Reviseurs is overgelaten’, achten wij mede eene niet onbillijke grieve. Met dit een en ander - al is 't op den wenk van haren antagonist - te verhelpen, toone de Synode eene wijze edelmoedigheid!
Dan, op den omslag der beide genoemde adressen ontmoeten we nog een derde adres: Aan den Koning. 't Is van dezen opmerkelijken inhoud: ‘Moge het Uwer Majesteits Regering behagen kennis te nemen van de voor Kerk en Natie gewichtige aangelegenheden, in beide Adressen besproken. Verre ligt voorzeker van den Ondergeteekende het denkbeeld, om in het inwendige van Godsdienstaangelegenheden de tusschenkomst van den Staat te verlangen. Met een des te geruster gemoed brengt hij bij U.M. den ernstigen wensch en het nederig verzoek in, dat bij name de bij Adres I gevraagde opheffing der bepalingen, waardoor de Nederlandsche Hervormde Kerk zich aan de Oppermacht der Wetenschap van onze Lands Academiën heeft prijs gegeven, door den zedelijken invloed van U.M.s Regering ondersteund en bevorderd moge worden.’
Als wij wèl zien, wil de Heer d.c., dat Z.M.s Regering aan de letter van het ‘geen jus in sacra’ getrouw blijve, maar ten gunste van ééne Godsdienstige rigting het beginsel door zijdelingschen invloed krenke. Of dat eerlijk, en dus Christelijk, gehandeld zou zijn? Wij hebben betere gedachten van Z.M.s Regering.
v.p.