Geneeskundige Kamergymnastie, of voorbehoedende en genezende Ligchaamsbewegingen, door Dr. D.G.M. Schreber, Bestuurder van het orthopedische en gymnastische Genees-Instituut te Leipzig. Met 45 figuren in den tekst. Vertaald uit het Hoogduitsch met bijvoegsels, door Dr. F.A.C. Waitz, voorheen Stads-Geneesheer te Samarang. Te Arnhem, bij H.A. Tjeenk Willink. 1857. In 8vo. 102 bl. f 1-25.
Een nieuw tijdperk der Gymnastiek, of van de Leer der kunstmatige Ligchaams-oefeningen, dagteekent van den tijd, dat stromeijer eene zwakke en ongelijke spierwerking deed kennen als de voornaamste oorzaak der verkrommingen, waarvoor de wervelkolom en andere ligchaamsdeelen vatbaar zijn. Naar mate men van de gegrondheid dier opmerking algemeener overtuigd werd, heeft men het groote nut, dat aan doelmatige spier-oefeningen moet worden toegekend, meer en meer ingezien, zoodat deze telkens meer voorstanders gevonden hebben. Dit was niet alleen het geval bij de geneeskundigen, die reeds sedert geruimen tijd de gymnastie beschouwd hebben als een der belangrijkste middelen, welke aan de toepassing der Gezondheidsleer en aan de Geneeskunst ter dienste staan; maar ook de meeste paedagogen hebben met het denkbeeld, dat bij de opvoeding en het onderwijs, op de lagere en middelbare scholen, de letterkundige en wetenschappelijke studiën, zoo veel mogelijk, met behoorlijke ligchaams-oefeningen moeten afgewisseld worden, allengs meer en meer ingestemd; zoodat velen onder hen, na vroeger tegenstanders geweest te zijn, thans groote voorstanders der gymnastie zijn. Is het daarom wel te verwonderen, dat deze niet slechts eene grootere praktische uitbreiding ondergaan heeft, maar ook meer opzettelijk, van eene wetenschappelijke zijde beschouwd, is beoefend geworden? Zoowel het een als het ander heeft tot naauwkeuriger kennis geleid van het heilzaam en veelvermogend hulpmiddel, dat niet minder tot behoud en versterking der ligchaamskrachten, voornamelijk op jeugdigen leeftijd, als tot verhoeding en verbetering van velerlei, het leven of de gezondheid bedreigende, tot de bewerktuiging betrekkelijke stoornissen, in eene behoorlijke ontwikkeling en toepassing der verschillende, aan onzen wil onderworpene, beweegkrachten van het ligchaam gelegen is.