den genialen man reeds veel te veel vergeleken met een tijger, hyena of ander wild gedierte, dan dat wij er niet tot walgens toe van verzadigd zijn. Mag dan onder de zoo hoog geroemde Nederlandsche deugden onpartijdigheid, zelfs in het beoordeelen van vijanden, niet geteld worden? De geschiedenis en de ervaring hebben toch het onregt napoleon aangedaan, eenigzins vergoed; en naast de bladzijde in de historie, waarop de kwellingen vermeld staan, die het Engelsch ministerie den grooten Keizer op St. Helena heeft doen ondergaan, staat de bladzijde waarop wij lezen, hoe in 1855 victoria eene bedevaart naar het graf van buonaparte heeft gedaan, en daardoor ten minste eenigzins de misdaden harer voorvaderen verzoend!
Enkele onnaauwkeurigheden hebben wij in dit boekje aangetroffen. Zoo wordt het bekende gezegde van marmont, in den slag bij de Piramiden: ‘le bataillon formera carré; les ânes et les savants au milieu!’ verkeerdelijk voorgesteld als een uitvloeisel van de blijgeestigheid der soldaten te midden der gevaren (bl. 42). Verder maakt de Schrijver den Prins van oranje tot ruiter-aanvoerder in den slag bij Waterloo (bl. 194). De Prins was bevelhebber van het eerste der drie groote legercorpsen, waaruit het Engelsch-Nederlandsche leger bestond. Bevelhebber der geheele ruiterij was Lord uxbridge, der Nederlandsche divisie Luit.-Generaal collart.
Wij hopen dat de Vertaler deze en meer dergelijke onnaauwkeurigheden bij een eventuëlen derden druk, dien wij dit boekje van harte toewenschen, zal verbeteren; tevens worde er dan beter voor de correctie gezorgd.
d.