eerwaardig is geworden. Zij zijn onveranderd gebleven, gedurende al de lotverwisselingen der stad op welke zij beschermend nederzien. Terwijl deze door pest geteisterd, door lysander ingenomen en ontmanteld, door philippus bedreigd, en door sylla geplunderd wordt, en Galliërs, Gothen en Wandalen Griekenland verwoesten, blijven zij ongedeerd. Andere prachtgebouwen zagen zij door de zorg van herodes atticus, door de bescherming van Keizer hadrianus oprijzen, en rondom het Olympeïon eene nieuwe stad opkomen en weder vergaan.
Het Kruis werd op het heiligdom van minerva geplant, en duizend jaren later de wassende Maan van mahomet; doch het Christendom en het Islamismus eerbiedigden hetgeen aan de beschermgodin in die stad was toegewijd geweest. Zij scheen nog over haren tempel en omgevingen te waken. Toen twintig eeuwen over die gedenkstukken waren henengevaren, was het, of zij, in plaats van er loodzwaar op te drukken, er slechts langs waren gegleden. Vergeten, maar wonderbaar bewaard, stonden zij daar.
Doch eindelijk is hunne laatste ure geslagen, zij moesten bezwijken voor ruw en barbaarsch krijgsgeweld. Het Parthenon werd tot mikpunt der bommen van morosini gekozen, en het sprong bij eene uitbarsting uiteen. O, rampvolle en onvergetelijk noodlottige dag! Toen uwe standbeelden verbrokkeld en vergruisd, en uwe goddelijke metopen en onsterfelijke fries, deels in het rond ginds en herwaarts verspreid, en later door heiligschennende handen van uwe muren afgerukt werden. Morosini en elgin, namen die ons nog schorder in de ooren klinken, dan die van alarik en attila; want deze deinsden nog voor de oude, hoezeer magtelooze majesteit van Rome terug, maar gene hadden geen eerbied voor wat de kunst het schoonst en edelst voortbragt. Zij waren barbaarscher dan Gothen of Hunnen, al leefden zij in de tijden toen de beschaving reeds haar koesterend licht over de Europesche menschheid verspreid had.
Bijna eene eeuw lagen uwe puinhoopen onbezocht en onbetreurd; maar op eens ontwaakte de geestdrift bij de enkele