terwijl hij ze gemakkelijk maakt voor de bevatting ook der eenvoudigen, grift hij ze in het hart, en maakt het geneigd om 's Heeren lessen en vermaningen op te volgen. Dat doende voert de Schrijver ook geheel ongezocht eene polemiek tegen de zoo ongerijmde opvattingen en on-Evangelische verklaringen van gezegden des Heeren, die de bestrijders van het Christendom steeds gretig aanvatten, om te bewijzen hoe zeer het Christendom in strijd zoude zijn met het gezond verstand: hoe onpraktisch, hoe dwaas, ja, hoe gevaarlijk in de zamenleving! Wie nog meer of minder in dat gevoelen deelt, leze de verklaring der gezegden van jezus in deze Bergrede door proes; leze inzonderheid de verklaring van Matth. v: 38-48 (bl. 156-183), waar zoo klaar en helder de zoo vaak misbruikte en kwalijk begrepen leer van jezus omtrent de lijdzaamheid en de liefde tot den naaste wordt uiteengezet. Waar zóó de zin en bedoeling van 's Heeren voorschriften worden begrepen, zeggen verstand en gevoel beide ‘ja’ en ‘amen’ op jezus' woorden.
De aanmerkingen die wij zouden kunnen maken, dat wij de Inleiding belangrijker verwacht hadden, en dat niet alle verklaringen even schoon zijn, willen ons moeijelijk uit de pen, daar het geheel zoo voortreffelijk is. Wij meenen dan ook dat het geenszins de roeping is van den Recensent om steeds naar steentjes te zoeken, of op de schaduwzijde te wijzen; wie zulks ook doe, niet wij: ubi plura nitent paucis vitiis non offendimur.
Dit zoo belangrijk en degelijk wetenschappelijk en Godsdienstig werk worde ontvangen zoo als het verdient; daartoe hadden wij echter den prijs gaarne lager gezien. Overigens is de uitvoering net, en doet het vignet de lithographie van mieling eere aan.
†‒.