Deze roman is eene karakter-studie, en de Schrijfster heeft er ál haar talent aan ten koste gelegd. Zij beschrijft de geschiedenis van vivian, die in 't geheim huwt met eene Jufvrouw campbell, door zijn vader ontërfd wordt, en naar Amerika trekt. Zijne vrouw sterft, en zijne kinderen worden bij hunne grootmoeder campbell opgevoed. De twee familiën leven natuurlijk in onmin. In derzelver nabijheid woont een ander bloedverwant, john vivian, die de geheime oorzaak is geweest van het ongeluk van zijnen neef. Hij rekende op het hart en de hand van de schoone rosa campbell, toen hij ontdekte dat ze zijnen neef eduard beminde. Door wraak gedreven, berokkent hij eerst zijnen vijand den vloek van diens vader, en besluit daarna ook clemens, den zoon van eduard, in 't verderf te voeren. Hoe hij daarbij te werk gaat, leze men in 't verhaal-zelf. Als beschermer van den verongelijkten zoon, treedt de prediker van de plaats op; als redder van den belaagden knaap, de eigen zoon van dien john vivian. De gang van het verhaal, vol fijne en verrassende wendingen, is boeijend, en de uitkomst bevredigend voor het gevoel. Wij durven geene plaats vragen om eenig karakter van het personeel te schetsen, maar raden onze lezers en vooral de leesgezelschappen aan, om het werk te koopen, en met die belangstelling te lezen waarop het aanspraak heeft; juist omdat de Schrijfster zoo uitvoerig is. Wat hare werken bovendien aanbeveelt, is dit: dat de lezing niet de verbeelding bedwelmt, maar het gemoed heiligt.