Het Ontwerp van Wet tot regeling van de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie, uit een praktisch oogpunt beschouwd door den bril van een Kantonregter. Te Amsterdam, bij J.H. Gebhard en Comp. 1856. In gr. 8vo. 36 bl. f :-40.
De Kantonregter heeft zich niet gemengd in de groote strijdvragen die het ontwerp van den afgetreden Minister donker curtius heeft uitgelokt, maar hij heeft eenvoudig die bepalingen uit het ontwerp uitgekipt, welke de kantongeregten betreffen, heeft die door zijn bril naauwkeurig bekeken, en daarop enkele praktische aanmerkingen medegedeeld. De S. is (het laat zich gereedelijk bevroeden) een voorstander van het beginsel: dat de Kantonregters niet voor vijf jaren, maar voor het leven moesten zijn aangesteld. Wij zouden den wensch allezins billijken, indien het getal, de aanstelling, werkkring en bezoldiging alle noodige waarborgen opleverden, dat alleen zeer verdienstelijke regtsgeleerden, tevens regtschapen mannen, tot die gewigtige en nog voor groote uitbreiding van bevoegdheid vatbare betrekking werden geroepen. Zoo als de zaken nu staan, ware 't misschien veel eerder wenschelijk, dat de vijfjarige censuur wat strenger wierd toegepast.
Indien de Regterlijke Organisatie eens weder aan de orde komt, zal men echter dit vlugschrift in menig opzigt met vrucht kunnen raadplegen.