onderzoek door niemand laten betwisten, zullen wèl doen met deze bladen te bestuderen, geschreven door een degelijken en achtingwaardigen geleerde; wien geene onbekendheid met de leer der Kerk, waarin hij werd opgevoed, kan worden verweten. Men vindt hier eerst eene verklaring en juiste omschrijving van hetgeen onder ‘De Overlevering’ wordt verstaan. Vervolgens wordt aangetoond: hoe Rome met het vasthouden hieraan in strijd is met Oud en Nieuw Testament, en met zich-zelve. Uit de aanhalingen wordt daarop overtuigend bewezen: dat de overleveringen der Kerk in de geschriften der Kerkvaders niet gevonden niet alleen, maar zelfs bestreden worden. De Conciliën zullen misschien ons beter overtuigen? Maar het blijkt, uit de getuigenis van Kardinalen en groote Godgeleerden der R.K., dat de handelingen der Kerkvergadederingen vol verminkingen en vervalschingen zijn, en gedeelten hebben die duister zijn, of blijkbaar in tegenspraak met elkander en met het Woord van God. De bullen en decretalen der Pausen worden vervolgens behandeld als bronnen eener even verdachte, bedorvene en zich-zelve tegensprekende overlevering. En het zal voor allen, die niet tot de onkundigen, onnoozelen of onverschilligen behooren, blijken, hoe de overlevering is eene goddeloosheid, die den Bijbel als een schadelijk boek verbiedt; Gods geboden krachteloos maakt; en de volken doet bukken onder het ergste juk. Van dergelijke werkjes, die van Evangelische kennis en Christelijken zin overal de bewijzen opleveren, verwachten wij voor de zaak van het Protestantisme veel goeds, en als di sanctis er nog meer schrijft in dien geest, hopen wij dat de vertalingen daarvan aan ons niet worden onthouden.
†.