brief uitgaat van de mannen die het op den titel genoemde drietal aloude Bisschoppelijke zetels in ons Vaderland bekleeden, en zich, door hun vrijen, vaderlandschen Christelijken zin, de achting van alle weldenkenden hebben waardig gemaakt. Maar de onderrigtingen door hen in het licht gegeven, werden gewoonlijk alleen gebragt in handen van dat kleine gedeelte Roomschgezinden van echt Nederlandschen oorsprong, dat prijs stelt op zijne herinneringen, en zich door geen Jezuïtischen invloed, hoe magtig ook, van het spoor der vaderen heeft laten brengen. Het herderlijk schrijven had dan ook meest ten doel om tegen de aanvallen der sterke Ultramontaansche partij, waaraan het eerwaardig overblijfsel der oude vaderlandsche Roomsche Kerk was blootgesteld, de getrouwe kudde te sterken en op haar standpunt te bevestigen. Wel waren deze brieven gerigt aan alle Katholieken in Nederland; maar het viel der Jezuïtischgezinde geestelijkheid, die langzamerhand de heerschappij hier had weten te bekomen, niet moeijelijk, dergelijk schrijven als de vrucht eener dwaze aanmatiging te doen voorkomen, en hiertegen, als ware het eene pest, te waarschuwen. De onkundigen, de onnoozelen en de onverschilligen begeerden zich met de zaak niet dieper in te laten, en lieten zich door den onregtvaardigen scheldnaam ‘Jansenisten’ in den waan brengen, dat men hier met de gevaarlijkste scheurmakers te doen had. In den laatsten tijd, bij de invoering der Pauselijke Bisschoppen in Noord-Nederland, is de aandacht, ook van Protestanten, meer gevestigd op de Oud-Roomschen, die krachtig optraden om hunne regten te doen gelden. Belangrijk waren de bewijzen van een vrijeren geest die van deze zijde werden gegeven. Maar boven deze meenen wij het officiële stuk, dat wij voor ons hebben, te moeten aanmerken als een ernstig verzet tegen den Jezuïtischen geest, die het nieuwe leerstuk van de onbevlekte ontvangenis van maria in het leven riep.
Het blijkt hieruit hoe er ook mannen van Godgeleerde wetenschap zijn, verdedigers der Roomsche Kerkleer, die, van hun standpunt, het nieuwe leerstuk met geen minder kracht dan de Protestant bestrijden. Worden de H. Schrifturen, de eerbiedwaardige overlevering, het voortdurend gevoelen der H. Kerk, de wonderlijke eenstemmigheid der Katholijke herders en geloovigen, en de schitterende akten en konstitutiën der Pausen,