Elizabeth Edmonds, of de Redding der Iersche Protestanten. Eene Episode uit de regering van Maria Tudor. Door A. Nauta, Schrijver van: ‘Don Juan’, ‘Emilia van Nassau’, ‘De Bloem der Uscochen’, enz. Twee Deelen. Te Amsterdam, bij Allart en van der Made. 1855. In gr. 8vo. II en 510 bl. f 5-:
Dit verhaal plaatst ons terug in de sombere dagen van maria tudor, de waardige gemalin van filips II. Het is eene episode uit het tijdperk der vervolging van de Protestanten, zamengeweven met de lotgevallen van een tweetal regtschapen huisgezinnen. Het historische gedeelte is goed. De redenen die het somber gemoed der Engelsche Vorstin tot vervolging stemden, zijn zoodanig in 't licht geplaatst, dat men evenzeer medelijden voor maria gevoelt, als de uitwerking van haren haat tegen hare Protestantsche onderdanen verfoeit. Zeer getrouw is het gematigd karakter van pole geteekend. Men leert den wreeden bonner en den sluwen peyto verachten. De grootsprekende lafaard, Dr. cole, die in Ierland, toenmaals voor de vervolgden een toevlugtsoord, geloofsregter wordt, is bijkans eene karikatuur. Zijne verschijning voor den Raad op het kasteel te Dublin, is goed beschreven, en wèl uitgevoerd op het titelvignet. Alleen is 't verkeerd, dat de geloofsregter en de Mayor van Chester over eene zaak die stipte geheimhouding eischt, in tegenwoordigheid van het meisje dat hen bedient, blijven spreken; dat hulpmiddel van den S., om haar aan Dr. cole een trek te kunnen doen spelen, is zwak. Als 't echter, dat wij niet denken, historisch ware, dan had de S. wèl gedaan met dat te vermelden.
Het geheel is een beeld van de werking dier Hoogere bescherming en zorg, welke niet zelden grootsche uitkomsten van kleinigheden afhankelijk stelt. Een meisje bedenkt eene list, om tot redding van hare geloofsgenooten tijd te winnen, en ziet, eer de geloofsregter bekomt van den trek, die hem gespeeld is, en hem belagchelijk maakt, en beschaamt, roept de Almagt de verderfengel op ter verantwoording van het door haar vergoten bloed.