Soeren nabij Dieren gevestigd. De bestuurders dier inrigting verlangden haar namelijk voor lijders van alle standen open te stellen, zonder verpligt te zijn, de behandeling en het toezigt daarover aan een gepromoveerden Medicinae Doctor op te dragen. De Regering heeft geweigerd aan dat verlangen te voldoen, dewijl de bestaande wetten en verordeningen verbieden, dat de geneeskunst door onbevoegden wordt uitgeoefend. Gelijk dit door den Minister van Binnenlandsche Zaken betoogd werd, zoo meende ook een der leden van de Tweede Kamer, wiens naam op den titel van bovenstaande brochure genoemd wordt, in die zelfde zienswijze te moeten deelen. Laatstgenoemde gaf daardoor aanleiding tot de uitgaaf van tachtig bladzijden druks, wier Schrijver, op bl. 29, jut van breukelerwaard genoemd, niet zonder grooten omslag van woorden en gedurige herhaling derzelfde denkbeelden, tracht aan te wijzen, dat geenerlei Wet of Koninklijk Besluit, op de gewone of allopathische geneeskunst betrekkelijk, ook op de water- of natuur-geneeskunst, waarvoor Bethesda bestemd is, kan worden toegepast. Intusschen vraagt het gezond verstand: of de waterkuur voor alle soorten en graden van ziekten en kwalen dezelfde is? en, zoo neen, hoe dan iemand, zonder de minste wetenschappelijke geneeskundige opleiding, den aard en den graad van elke ziekte of kwaal zal kunnen kennen en beoordeelen? De Schrijver is echter juist van een tegenovergesteld gevoelen, dewijl elk Medicinae Doctor, die op eene Hoogeschool gestudeerd heeft, volgens hem een man met vooroordeelen, en daarom voor de leiding eener waterkuur ongeschikt is. Van die eenzijdige oordeelvelling zal de Heer jut noch door ons, noch door iemand ter wereld, vreezen wij, afgebragt worden, en vermoedelijk zou het even vruchteloos zijn hem aan te wijzen, dat men bij eene geneeskundige behandeling van lijders evenzeer door verzuim, als op werkdadige wijze, door toediening
van hulpmiddelen, schaden kan. Ware de Schrijver met die peccata omissionis meer bekend, dan zou hij inzien dat wettelijke bepalingen evenmin voor de hydrotherapie, als voor elke andere geneeskundige behandeling, onnoodig en overbodig zijn. Moge de Schrijver ook in het vervolg - liefst echter hebben wij dat hij niet weder als zoodanig optrede - zich onthouden van de talrijke en veelsoortige scheldwoorden, waar-