Geneeskunde en Artsenijmengkunde. (Volksbibliotheek, No. 26.) Te Amsterdam, bij Weytingh en van der Haart. 1855. - Gezondheidsleer voor het Volk, door p. harttenroth, Med. Doct. te Amsterdam. (Volksbibliotheek, No. 28.) Te Amsterdam, bij Weytingh en van der Haart. In kl. 8vo. (zonder paginatuur). Per No., bij inteek., f :-22½, buiten inteek. f :-25.
Beide, onder bovenstaande titels uitgegeven stukjes zijn, wat onderwerp en vorm betreft, naauw aan elkander verwant, en werden aan steller dezes gelijktijdig ter aankondiging toegezonden. De ongenoemde Schrijver van het werkjen over de ‘Geneeskunde en Artsenijmengkunde’ zegt, dat hij zich als doel heeft voorgesteld: ‘Het bekend maken aan hen, die zich met andere vakken bezig houden, van naauwkeurige begrippen omtrent het onderwerp dier wetenschap, haar doel, hare maatschappelijke behoefte, en in welk opzigt zij van andere vakken van wetenschap afgescheiden is. Wij willen dus alleenlijk algemeene en beknopte denkbeelden mededeelen over geneeskunde, haar doel, hare diensten behandelen, die zij der maatschappij bewijst, over de talrijke kundigheden spreken, die den geneesheer onmisbaar zijn, en eindelijk over de wijze waarop deze zijne verkregene kennis moet in praktijk brengen.’ Aan dit voornemen en aan deze door hem-zelven gestelde eischen is de Schrijver, zoo veel mogelijk, getrouw gebleven. Dat echter het populariseren eener wetenschap hoogst moeijelijk is, blijkt weder op nieuw, als wij den inhoud van zijn geschriftje naauwkeuriger nagaan. Bij de behandeling, b.v., der vergiftige stoffen, die onder de eigensoortige (specifieke) ziekte-oorzaken eene voorname plaats bekleeden, wordt te regt onderscheid gemaakt tusschen vergift, venijn en smetstof, maar de beschrijving van die drie soorten laat, wat de duidelijkheid betreft, het een en ander te wenschen over. ‘Het venijn’ - zegt de Schrijver - is een natuurlijk voortbrengsel, dat gewoonlijk door afzonderlijke daartoe bestemde werktuigen wordt afgescheiden, welke afscheiding, even als alle andere verrigtingen van het dier, steeds plaats heeft. De werking van het venijn is zeer snel, en bovenal blijft het zich bepalen tot het voorwerp hetwelk daardoor is aangetast, die het niet weder verder kan mededeelen. Dit laatste is
duidelijk