meeste gevallen noodzakelijkheid is. - Het zij verre, dat wij de vertaling zouden wenschen van vele Engelsche leerredenen; de homiletiek toch staat in Nederland veel hooger dan in Engeland, en wij zouden beter aan Albion, dan Albion aan ons, veelsoortige modèllen van echte kanselwelsprekendheid kunnen leveren; - maar toch over de vertaling van déze leerrede verblijden wij ons. Hoe naauw de band tusschen de Godsdienst en het dagelijksche leven moet en kan wezen, stelt de Eerw. caird ten duidelijkste in het licht.
Hoe goed en heilzaam zou 't kunnen zijn, als deze voortreffelijke rede in de handen mogt komen van de duizenden die zeggen geenen tijd voor Godsdienst te hebben; als zij doordringen mogt tot in de binnenkamers der vrome dweepers, en ook in de eenzame cellen der kloosters mogt bekend en begrepen worden. Wij zeggen het caird na: ‘Nimmer zal hij in den verheven en heiligen zin van het woord Godsdienstig worden, tenzij hij het tot die mate van dagelijksche verloochening van zich-zelven, weêrstand aan verzoeking, vriendelijkheid, zachtheid, ootmoed, medelijden, weldadigheid heeft gebragt, welke slechts in de dagelijksche aanraking met de wereld verkregen wordt. Zeg dus niet dat de arbeider, koopman of daglooner weinig of geen tijd heeft zich aan de Godsdienst te wijden. Met niet minder regt kunt gij beweren dat de zeeman, te midden van stormwind en golfslag, geen tijd heeft de wetten der zeevaart in acht te nemen; of de aanvoerder in den krijg geen tijd voor de krijgskunst. Zoo het niet hier is; waar zal het dan zijn? Godsdienst is niet het onafgebroken lezen van goede boeken; Godsdienst is zelfs niet een gebed, lofzang, heilige instellingen: deze zijn noodzakelijk om Godsdienstig te zijn - niemand is zonder deze Godsdienstig. Doch Godsdienst, ik herhaal het, bestaat voornamelijk en hoofdzakelijk in het verheerlijken van God te midden van de pligten en beproevingen des levens - het rigten van onzen koers door de tegenwinden en de stroomen der verzoeking henen, bij het starrenlicht van pligt en geweten, en den zeilsteen der Goddelijke waarheid - mannelijk, verstandig en moedig te strijden voor de eer van christus, onzen oversten Leidsman. Weg dan met het denkbeeld dat Leeraars en Heiligen Godsdienstig kunnen zijn, maar dat het onmogelijk is Godvruchtig te leven in deze ruwe bedrijvige wereld!