Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856
(1856)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHoe de eischen der Bisschoppen van Oostenrijk's Lombardije, door Keizer Leopold II, in 1791 werden beantwoord; volgens een staatsstuk nog voor onzen tijd behartiging waardig. Naar den Italiaanschen tekst, en de Aanmerkingen van den Hoogduitschen Vertaler. Met een woord vooraf, naar aanleiding van het Oostenrijks Concordaat, door G.E.W. de Wijs, Predikant te Schoonhoven. Te Schoonhoven, bij S.E. van Nooten. In gr. 8vo. XXVI en 32 bl. f :-60.De beroemde Leidsche Hoogleeraar kist, die een even ijverig Protestant als gelukkig beoefenaar der Kerkgeschiedenis is, maakte den Eerw. de wijs opmerkzaam op een geschrift uit de laatste helft der vorige eeuw, getiteld: ‘Seiner Majestät des Kaisers leopolds des Zweiten, Königs von Hungarn und Böhmen, Erzherzogs von Oestreich, und Herzogs von Mailand, u.s.w. Abfertigung der Forderungen des Erzbisschofs und der Bisschöfe der östreichischen Lombardie. Italienisch und Deutsch, mit Anmerkungen begleitet von veremund. Frankfurt am Main, | |
[pagina 512]
| |
bei friedrich eszlinger, 1791. 96 bl. 8o.Ga naar voetnoot(*). Daarin worden den de bedenkingen, verzoeken, klagten en eischen van verschillende Bisschoppen, nadat leopold II de Kerk binnen hare wettige grenzen had teruggebragt, beantwoord, op eene wijze den Vorst waardig, die zich zijner roeping en magt bewust is. Te regt rekende Prof. kist, vooral in deze dagen, eene meerdere bekendmaking van dat Keizerlijke stuk van groot belang, en wekte hij den arbeidzamen de wijs op om het in onze taal over te brengen. Met dat stuk in handen, en het oog op den tegenwoordigen toestand van Oostenrijk, geboren uit het ten vorigen jare met Rome gesloten Concordaat, zegt de Eerw. de wijs: ‘De lezer zal met ons verbaasd staan over de onbeschaamdheid van vele eischen der Bisschoppen, welke dit staatstuk ons doet kennen, en wanneer hij inziet, hoe het meeste dat toen geëischt werd, maar wijselijk geweigerd, thans is ingewilligd geworden; hij zal zich nog te meer moeten verwonderen over de wijze waarop zoo groote gunsten worden genoten, en, terwijl hij over Rome's aanmatigenden geest zich ergert, wenschen, dat iedere regering dien naar het voorbeeld van leopold mogt weten te waarderen, en daar tegen op hare hoede te zijn.’ - Het voorbeeld der beide voortreffelijke zonen van de beroemde maria theresia schijnt thans voor Oostenrijk verloren te zijn gegaan. De zelfstandigheid toch en het regte inzigt van het welzijn van elken Staat in het algemeen, en van Oostenrijk in het bijzonder, die de elkander opvolgende broeders, de Keizers joseph II en leopold II, in zoo hooge mate eigen waren, mist de tegenwoordige jonge Keizer frans joseph I. Het ten vorigen jare gesloten Concordaat strekt daarvan ten bewijze. Immers dat Concordaat berooft den Vorst van zijn regt, en doet een status in statu, een imperium in imperio ontstaan; maar daarom is het ook niet wel mogelijk dat dit Concordaat in de tweede helft der negentiende eeuw van langen duur kunne zijn. Ook in ons land bevelen wij de lezing van dit stuk zeer | |
[pagina 513]
| |
aan, inzonderheid aan hen die bij den ook in Nederland klimmenden overmoed der Roomsche Hiërarchie regt willen weten waar de grenzen zijn tusschen Kerk en Staat. De algemeene, hier en daar wel eens wat langwijlige, beschouwingen van den Heer de wijs, die tot Inleiding strekken, en de Aanteekeningen van den Hoogduitschen Vertaler verhoogen niet weinig de belangrijkheid van dit geschrift. †. |
|