pondenten, die zeker vreemd hebben opgezien bij het vernemen dàt en waarom het voornaamste wetenschappelijke ligchaam in Nederland was opgeheven. Gelukkiglijk werd, onder den naam van Koninklijke Akademie van Wetenschappen, de eerste klasse van het Instituut dadelijk hersteld. Dit gaf het laatst afgetreden Ministerie aanleiding om er eene tweede Afdeeling, voor de Letterkunde, bij te voegen, die de tweede en derde klasse vertegenwoordigt. Als er nu ook eene Afdeeling voor de Schoone Kunsten aan verbonden wordt, zal de indruk van het gebeurde wel niet geheel zijn weggenomen, maar toch het oude Instituut, wat het wezen der zaak betreft,
weder geheel in het leven zijn geroepen. Wij hopen, in het belang der schoone kunsten, dat met het daarstellen dier derde Afdeeling niet lang meer worde gewacht.
De Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen geven een getrouw overzigt van de maandelijksche werkzaamheden der beide Afdeelingen. Men ziet er uit dat hare leden, even als vroeger zoo velen van het ontbonden Instituut, zich beijveren om door zaakrijke en doorwrochte mededeelingen en verhandelingen aan de vergaderingen waarde te geven.
De drie Deelen welke wij aankondigen (het Eerste Deel van de Afdeeling Wetenschappen is, bij vergissing waarschijnlijk, niet ingezonden), maken den lezer met eenigen dier stukken bekend. Daar het buiten ons bestek ligt, hen aan eene bijzondere beoordeeling te onderwerpen, zullen wij alleen op die welke ons het belangrijkst zijn voorgekomen, opmerkzaam maken, tot opwekking niet enkel van de geleerden, maar ook van de letterkundig beschaafden, om zich deze werken aan te schaffen, die hunne kennis zullen vermeerderen, en wèl geschikt zijn om het vooroordeel te logenstraffen, dat tegen Instituten en Akademiën bij velen bestaat, als of zij weinig geschikt waren om de wetenschappen en kunsten vooruit te helpen. Men vindt hier, onder anderen: in het Tweede Deel der Afdeeling Wetenschappen: een verslag van Prof. f. kaiser, betreffende de werkzaamheden volbragt op het Observatorium der Hoogeschool te Leiden in het jaar 1853. - Eene verhandeling van Prof. h.c. van hall, over de gedaanteverwisseling als een der hoofdgrondslagen van de natuurlijke rangschikking in het plantenrijk. - Twee levensberigten door