toren te Barneveld. Prozaïscher kon het niet uitgedrukt worden. Doch, daargelaten of er al dan niet aan een tijdrekenkundig leerboekje behoefte is, zouden wij er vrede meê hebben, indien het slechts bruikbaar en goed ware. Maar daaraan ontbreekt veel. Het munt noch door orde en naauwkeurigheid, noch door volledigheid en beknoptheid uit; maar levert vele blijken van achteloosheid, onkunde, gebrek aan oordeel, en noodelooze herhaling. Wij achten ons verpligt dit ongunstig oordeel te staven.
Het opschrift luidt: Tijdrekenkundig Leerboekje der Vaderlandsche Geschiedenis; maar aan dit opschrift beantwoordt de inhoud niet; want er wordt alleen over Holland en Zeeland gehandeld. De overige Provinciën komen er niet dan ter loops in voor. - De Schrijver zegt: dat de Grafelijke regering eerst in Holland een aanvang nam, zich later tot Zeeland uitbreidde, en zich, eindelijk, tot alle Gewesten van ons land uitstrekte. Hij schijnt dus niet te weten dat in de andere Provinciën, buiten Holland en Zeeland en een tijd lang Gelderland, geene Graven, maar Hertogen en Heeren geregeerd hebben, welke titels bleven nadat karel V die Gewesten met zijne overige heerschappijen vereenigd had.
Over de verschillende tijdvakken waarin de Vaderlandsche Geschiedenis kan verdeeld worden, wordt ten slotte gezegd: ‘Men heeft nog eene Geschiedenis der Middeleeuwen, welke die van de negende tot de vijftiende eeuw uitmaakt. De nieuwe Geschiedenis loopt van de zestiende tot de achttiende eeuw. De Geschiedenis van den tegenwoordigen tijd bevat die van de laatste jaren. Zij is die van de menschen welke thans leven en werken.’ - Waar blijven bij deze verdeeling de 150 jaren vóór christus, en de daarop volgende negen eeuwen na christus' geboorte, door den Schrijver vroeger als het eerste tijdvak onzer Geschiedenis vermeld? Waarom moet de nieuwe Geschiedenis slechts van de zestiende tot de achttiende eeuw loopen? Wat is er zoo bijzonders op het einde der laatstgenoemde eeuw voorgevallen, om haar daarmede te besluiten? Wij zien geen het minste bezwaar om de nieuwe geschiedenis tot onze dagen te doen voortgaan. - Dat 150 jaren vóór christus' geboorte de Friezen hier te lande gekomen zijn, zoo als de Schrijver herhaaldelijk verzekert, is even zoo min als de plaats hunner herkomst bekend. Insgelijks is het niet waarschijnlijk,