dige Coryfeën, een von raumer en macaulay, een rotteck en thiers, te beseffen; terwijl menig ander, die den tijdgeest huldigt, gelijk lamartine, b.v., als hij de stift der geschiedenis in handen neemt, door den invloed van zijne verbeelding en gevoel niet anders levert dan een historischen roman.
Böttiger's werk, dat wij nu aankondigen, is eene geschiedenis zoo als die behoort te zijn, en de bekwame Vertaler verdient dank voor hare overzetting. Hij heeft haar zamengevoegd uit twee werken van denzelfden Schrijver; ‘Die allgemeine Geschichte für Schule und Haus’, en ‘Die allgemeine Geschichte von 1815 bis 1852.’ Het eerste, waarvan de elfde uitgave in 1849 het licht zag, bevat de geschiedenis der wereld van de vroegste tijden tot 1848, benevens een aanhangsel, waarin de gebeurtenissen van dat merkwaardige jaar met korte trekken geschilderd worden; het laatste vermeldt, zoo als reeds de titel aanduidt, wat van 1815 tot 1852 op het wereldtooneel is voorgevallen, en is door den Schrijver bestemd tot een vervolg op het eerste, waarin de gebeurtenissen dier jaren meer ontwikkeld worden voorgesteld.
Het Eerste Deel der vertaling ligt voor ons. Vooraf gaat een beknopt, doch tamelijk volledig tijdrekenkundig overzigt der Algemeene Geschiedenis, met eene aanwijzing der bladzijde waar het aangewezene behandeld wordt. De geschiedenis der oude wereld, van omstreeks 4000 vóór tot 476 na christus, bevat vier afdeelingen, bl. 1-132. De geschiedenis der Middeleeuwen loopt van den val van het Romeinsche Rijk tot de ontdekking van Amerika, of van 476 tot 1492 na christus. Zij heeft drie Afdeelingen, en gaat van bl. 133 tot het einde.
Wij hebben dit eerste gedeelte met bijzonder veel genoegen gelezen. Böttiger is een meester in de kunst om de gebeurtenissen behagelijk en zoodanig te groeperen, dat men het geheel overziet, zonder dat de deelen den aanschouwer ontgaan. Zeer aangenaam is het ons, dat de Schrijver niet, gelijk anderen, de Hebreeuwsche oirkonden in een valsch licht plaatst. De vorm is schoon, de stijl deftig, en het geheel zóó ingerigt, dat de onderwijzer 't werk tot een leerboek kan gebruiken, maar ook de huisvader het bestemmen kan tot een leesboek in zijn gezin.
Slechts enkele malen verraste ons eene misstelling of verkeerde