In ‘Vrouwenleed’ wordt het lot geschilderd van vier vrouwen die als slagtoffers der omwenteling elks deelneming en mededoogen in de hoogste mate opwekken: marie antoinette; Prinses elisabeth; de Prinses de lamballe, en charlotte de sombreuil, dochter van den Gouverneur van 't hôtel der invaliden. De roman begint met den voorbereidingstijd der omwenteling, en eindigt met den dood der Koningin. De geschiedenis van het halssnoer is er bijgehaald, maar de Schrijfster heeft in de figuren van Mevrouw de la motte-valois, cagliostro en den Kardinaal de rohan, zich zóó trouw aan haar modèl gehouden, dat wij, uitgenomen 't wegslepende der voorstelling van den Franschen Auteur, hier en daar meenden dumas in zijn ‘Collier de la Reine’ te hooren. Dat zelfde is het geval met charlotte de sombreuil, van welke spindler in zijn ‘Invalide’ in der tijd zoo meesterlijk partij heeft getrokken. Vergelijk den optogt naar de Tuileriën op den 20sten Junij 1789, zoo als die hier voorkomt, met de schets bij spindler van dat tooneel. Trouw heeft zij ook gebruik gemaakt van lamartine's ‘Girondins’. Van zonde tegen de historie is Mevrouw van loon niet te beschuldigen, maar zeer van zonde tegen de kunst. Haar werk is te kronijkmatig en mist allen gloed van voorstelling. Zoo men de vrijaadje van de villelume en charlotte de sombreuil eene intrigue noemt, of als 't romantische weefsel beschouwen wil, dan moet Ref. daar onvoorwaardelijk den staf over breken; wijl ze beneden het alledaagsche blijft.
De uitvoering is goed; doch het papier had beter kunnen zijn, en de correctie laat te wenschen over.