Gedichten van Nicolaas Beets. Derde, herziene en veel vermeerderde druk. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1855. 236 bl. f 1-80.
Een bundel als deze behoeft geene aanprijzing. Het publiek heeft de eerste liefde, waarmede het den Dichter van Jose en Kuser heeft welkom geheeten, hem tot op deze dagen geschonken. En gelijk de Korenbloemen vóór kort met hooge ingenomenheid zijn ontvangen, zoo is ons de derde druk van de ‘Gedichten’ een aangenaam bewijs, dat voor echte poëzij ons volk nog niet zoo onverschillig is geworden, als het, naar sommige verschijnselen te oordeelen, wel eens schijnt. De goedkoope uitgaven van de dichtbundels onzer voortreffelijkste Dichters, zijn zeer geschikt om den smaak voor poëzij op te wekken en levendig te houden bij het gedeelte der natie, 't welk nog niet op dat betreurenswaardig toppunt van beschaving is geklommen, van waar men al wat Hollandsch is veracht, en slechts voor 't geen van den vreemde komt, lof en bewondering over heeft. Daarom dank aan de Uitgevers van de werken van beets, die hun eigen voordeel, en den roem des Dichters, en het belang onzer letterkunde te gelijk begrijpen en bevorderen.
††