| |
Rusland en zijne Beheerschers. Uit het Engelsch van E.J. Brabazon. In twee Deelen. Te Amsterdam, bij Johs. van der Hey en Zoon. 1855. In gr. 8vo. VIII en 559 bl. f 5-50.
Rusland, hetwelk, nog geene twee eeuwen geleden, bij het overige Europa ver ten achter stond, en in eene barbaarschheid en magteloosheid verkeerde, die het tegen de aanvallen zelfs van kleiner volken met moeite bestand maakte - men denke hierbij aan den oorlog met Zweden onder karel XII - is sedert in magt en invloed dermate gestegen, dat het de aandacht der wereld op zich vestigt. Zich naar alle zijden uitbreidende, en de naburige landen aan zich onderwerpende, of van zich afhankelijk makende, moest het vroeg of laat tot botsingen komen met magtige volken, die zich in hunne belangen gekwetst of bedreigd zagen. Welke ook de aanleidingen tot den jongsten oorlog mogen zijn geweest: de oorzaken er van waren reeds lang aanwezig. De eindelijke uitkomst van dien strijd ligt, terwijl wij dit schrijven, nog in den schoot der toekomst. Maar van belang is het met een land kennis te maken, dat zich van de Oost- en Witte- tot
| |
| |
de Zwarte- en Kaspische Zeeën, en van de Pruissische grenzen tot Kamschatka uitstrekt, en, ofschoon eene bevolking tellende grooter dan van eenig ander land in Europa, echter nog voor een groot gedeelte onbebouwd en onbewoond is, maar toch in zich voldoende middelen bezit voor inspanningen zoo verbazend groot als die van de twee jaren van dezen oorlog zonder wedergade.
In het bovengenoemde werk is de gelegenheid daartoe te vinden. De Schrijver verloochent als Engelschman zijne afkomst niet, doch is billijk genoeg om van Rusland niet te vorderen wat van andere volken, die langer de voordeelen der beschaving genoten hebben, kan verwacht worden. Hij heeft ook veel zorg aan het werk besteed, zoo als, onder anderen, blijkt uit de reeks van Schrijvers die, volgens het Voorberigt van den Vertaler, geraadpleegd zijn. In eene Inleiding wordt het oog geslagen op Rusland in het algemeen: zijne grenzen, uitgestrektheid, rivieren, meren, bosschen, bevolking, krijgsmagt, luchtsgestel, voortbrengselen, op den aard en de zeden des volks, op Godsdienst en burgerlijk bestuur, en op de beide hoofdsteden Moskou en Petersburg. Hoe uitgebreid de binnenlandsche handel is bewijzen de groote jaarmarkten, op de aanzienlijkste waarvan, die van Nischnei-Novogorod, jaarlijks een getal van driemaal-honderd-duizend vreemdelingen verschijnen. - De Geschiedenis van het land wordt aangevangen met de vroegste tijden, toen Slavische volkstammen over de uitgebreide vlakten van Noord-Oostelijk Europa en Noord-Westelijk Azië rondzwierven. Van rurik, die een groot gedeelte van Midden-Rusland onder zijne heerschappij bragt, en de stamvader was eener reeks van Vorsten, die eeuwen lang den troon van Rusland hebben ingenomen, begint de eigenlijke Geschiedenis van dit Rijk. Opmerkelijk is het, dat reeds vroeg het oog der woeste Russen gerigt was naar het toen bloeijende Grieksche Rijk, en meer dan één togt door hen ondernomen werd tegen de stad van den gouden hoorn. Onder wladimir I, in het jaar 988 na chr., moest de bloedige Heidensche eerdienst van den afgod perune wijken voor de leer van jezus. Hoe dit met den grooten hoop toeging, leert ons hun uitroep bij het ondergaan van den op een bepaalden dag bevolen doop: ‘Het moet zeker iets goeds zijn
gedoopt te worden, want anders zouden de Vorst en de Bojaren er zich niet
| |
| |
aan onderworpen hebben!’ - Evenwel nu het ijs gebroken was, bleven de weldadige uitwerkselen van het Evangelie niet achter, ofschoon er veel van de oude ruwheid overbleef. De misslag der Russische Vorsten om het Rijk onder hunne zonen te verdeelen, en de nog vreemder regeling der opvolging van broeder tot broeder, met voorbijgang der kinderen, in 1084, gaven onophoudelijk voedsel aan ijver- en heerschzucht, en de geschiedenis der troonsopvolging en van de regerende Vorsten van Rusland is eene geschiedenis van list, geweld en moord tusschen de mededingers naar de kroon. Het verdeelde en verzwakte Rijk bezweek onder de slagen der Tartaren, en werd gedurende twee eeuwen aan de Gouden Horde, aan de oevers der Wolga gesticht, schatpligtig. Na de afschudding van het juk der Tartaren, werden er onder iwan den Groote, wiens gemalin eene dochter was van den Griekschen Keizer, stappen gedaan tot bevordering van wetenschap en kunst.
Met de komst van het Huis romanoff op den troon, in den aanvang der zeventiende eeuw, ontsloot zich voor Rusland een nieuw tijdperk. De wetgeving werd verbeterd, en het handelsverkeer bevorderd door het sluiten van verbonden met Engeland, Denemarken, de Vereenigde Nederlanden, en Duitschland. Zoo was de weg gebaand voor Ruslands grooten Hervormer, peter I. De Schrijver doet de ontzaggelijke moeijelijkheden zien waarmede hij te worstelen had, maar ook de zorg en volharding om zich-zelven te vormen, en zijne onderdanen te beschaven. De uitgezochte pijnigingen den oproerigen Strelitzen aangedaan, vervulden ons echter met afgrijzen. Ook aan katharina II was Rusland, zoo wat de inwendige welvaart als den invloed naar buiten betreft, veel verschuldigd. Maar geene achting kan men toedragen aan eene vrouw die, om zelve de regering in handen te krijgen, haren man van den troon stiet en liet vergiftigen; die zich door onwaardige gunstelingen liet beheerschen; die de twisten der Polen aanstookte, om hen te zamen ten onder te brengen, en, ofschoon zij geene Godsdienst had, er echter den schijn van aannam, en met voor heilig gehouden zaken het verachtelijkst spel dreef. Gunstiger is de schets van de inborst en de handelingen van haren kleinzoon alexander I. Doch de lof hem gegeven, komt ons te hoog gestemd voor. De vermoording
| |
| |
van zijnen vader daargelaten, die - wij willen het gelooven - buiten voorkennis van alexander, en misschien tegen het oorspronkelijk voornemen der zamengezworenen zelven, plaats had: kunnen wij echter in zijne onderhandelingen en verbonden met napoleon tot bevordering van beider heerschzuchtige bedoelingen, in de inlijving van Finland, de vernieuwde in bezit neming van Polen, en het geweld den Koning van Saksen aangedaan, geene bewijzen vinden, dat de ware Godsdienst op zijn hart dien indruk had gemaakt, welken het aangaan van het heilig verbond, en de bescherming aan de Bijbelgenootschappen verleend, deden vermoeden. Als strenger van aard en geweldiger in zijne maatregelen wordt zijn broeder, de onlangs overleden Keizer nikolaas, afgebeeld.
Ontbreekt het dit werk, blijkens den opgegeven hoofdinhoud, niet aan rijke stof: de Schrijver heeft het gewigt er van verhoogd door het bijvoegen van een aantal wetenswaardige zaken, die tot de betere kennis leiden van het land en zijne bewoners, van den toestand der onderscheidene standen, van de regerende Vorsten gedurende verschillende tijdperken, van de Kerk en hare dienaren, en wat dies meer zij. Hij laat de oog- en oorgetuigen van de gebeurtenissen die hij vermeldt, optreden in de Afgezanten en andere aan het hof verkeerende personen. Ook van de Krim met hare havens, schilderachtige bergen en valleijen, en van de omstreken der Zee van Azof, waar alexander te Taganrok zijn sterfbed vond, ontvangen wij belangrijke beschrijvingen. Overigens, welke ook Ruslands magtsontwikkeling, en hoe lofwaardig ook de pogingen tot verbetering zijn, door zijne Regenten aangewend: voor hen die aan een gematigder regering-stelsel, en zachter klimaat en zeden gewoon zijn, kan het verblijf in een land weinig uitstekends hebben, waar vrijheid, bezitting en leven van den wenk van éénen enkelen mensch afhangen; waar men op de zeventig millioen bewoners vijftig millioen lijfeigenen telt, en waar eene geweldige koude heerscht, die slechts door een korten zomer wordt afgebroken. De zeden worden als zeer ongunstig afgeschilderd. Eigenbaat, geld- en zelfzucht, list, bedrog, verraad en wulpschheid worden den Russen ten laste gelegd, terwijl het spionnen- en gunstelingenstelsel op eene uitgebreide schaal gedreven wordt. Hoewel onder de hoogere standen de beschaving, door buitenlandsch
| |
| |
verkeer en den omgang met vreemden, eenigen voortgang gemaakt heeft, bevindt zich toch de letterkunde nog in een staat van kindschheid. Enkele personen echter, hier genoemd, hebben zich in de Geschiedenis, Etymologie, en Romantiek, in proza en poëzij onderscheiden.
Om iets uit dit belangrijk werk mede te deelen, kiezen wij het blijk van Keizer nikolaas' groote zucht tot regelmatigheid, waarvoor hij zelfs de Natuur zou hebben willen doen buigen. Met den Hoogleeraar ledebuhr door den botanischen tuin wandelende, zeide hij: ‘Al die bloempotten behoorden gelijk te zijn, Professor!’ bedoelende dat de planten, even als de soldaten in het gelid, niet voor of boven elkander mogten uitsteken. ‘Maar hoe kan dit zijn, Sire! - vroeg de Professor - ‘of wij moesten ze knotten en inkorten?’ - ‘Wel, laat ze dan geknot worden’ - hernam de streng gebiedende Keizer.
Dat het verblijf in Rusland niet tot de aangenaamste behoort, blijkt uit het volgende, waarbij men echter dient in het oog te houden dat het een Engelschman is die schrijft: ‘Wanneer’ - zoo liet zich een kastelein te Lubek tegen een naar Rusland zich begevend reiziger hooren - ‘wanneer de Russen hier aan wal stappen, om hunne rondreis door Europa te beginnen, dan schijnen zij vrolijk, luchthartig en tevreden; zij zien er uit als vogels die aan hunne kooi ontsnapt zijn; mans en vrouwen, ouden en jongen gelijken naar schooljongens die vacantie hebben gekregen. Bij hunne terugkomst vertoonen diezelfde lieden lange, uitgestreken, melancholieke gezigten; hunne wijze van spreken is kort en afgebroken geworden, en hun voorhoofd is bijna gerimpeld van zorg. Uit dit verschil heb ik de gevolgtrekking afgeleid, dat een land hetwelk men met zoo veel vreugde verlaat, en waarheen men met zoo veel leedwezen terugkeert, geen heel pleizierig land moet zijn.’ - Het zij zoo; maar het verschil kan ook andere oorzaken hebben, al ware 't, b.v., maar alleen de mindere zwaarte der geldbeurs bij de terugkomst. |
|