1855. Door Mr. O. van Rees, Advokaat te Utrecht. Te Tiel, bij H.C.A. Campagne. 1855. In gr. 8vo. 162 bl.
Talrijk zijn de geschriften die sedert eenige jaren in Nederland over Noord-Amerika zijn uitgegeven. De meesten er van zijn vertalingen; maar het telkens verschijnen van nieuwe werken doet zien dat velen onzer landgenooten er belang in stellen. Sedert de Heer brodhead hier te lande in het Rijks-Archief en elders met ijver is werkzaam geweest om de vroegste kolonisatie van Nederlanders in Noord-Amerika in hare geschiedenis en gevolgen na te sporen, is die studie ook aan de andere zijde van den Atlantischen Oceaan levendig geworden, en zelfs nog méér dan hier. Doch nu treedt met dit oorspronkelijke werk de Heer Mr. o. van rees op, die zich reeds door anderen dergelijken letter-arbeid heeft bekend gemaakt. Het land van waar de eerste Christenen zijn uitgegaan, die de grondslagen hebben gelegd van de thans wereldberoemde handelstad Nieuw-York (vroeger Nieuw-Amsterdam), mogt ook wel eene oorspronkelijke geschiedenis van die eerste landverhuizers leveren. Wij danken den Heer van rees er voor, dat die nationale pligt door hem is volbragt. Daar echter die Geschiedenis in drie voorlezingen is behandeld, mag men er geene grondige of uitvoerige behandeling der stoffe in verwachten. Om hier eenigermate aan te gemoet te komen, zijn er bij de uitgave eenige Aanteekeningen en Bijlagen achter gevoegd.
Wij ontvangen in deze voorlezingen de geschiedenis der Nederlandsche volkplantingen in de tegen voordige Staten Nieuw-York en Nieuw-Yersey, vooral langs de Hudsons-rivier, destijds Mauritius- of ook Noord-rivier geheeten. De opperbestuurders, wouter van twiller, willem kieft en pieter stuyvesant, leert men er kennen, en van hunne regeringsdaden menige bijzonderheid die zeker niemand als verstandig of staatkundig zal beschouwen. In onderscheidene romans waarin de tegenwoordige Noord-Amerikanen hunne Nederlandsche voorvaderen doen optreden, worden die gezagvoerders genoemd, en niet altijd om hun lof toe te zwaaijen. Door velerlei lotgevallen heen brengt de Heer van rees zijne belangstellende hoorders tot den 8sten September 1664, toen de Directeur-Generaal stuyvesant zich gedwongen zag een verdrag