Eerste Deel waren afgehandeld, bleven voor dit Tweede de Splanchno-pathieën ter behandeling over. Deze laatste worden als ziekten van het huid- en slijmvlies-stelsel omschreven, dewijl de uitdrukking ingewands-ziekten ligt tot misverstand had kunnen leiden en ook te beperkt zou geweest zijn. Daar, namelijk, alle in de borst-, buik- en bekken-holte besloten organen als zoo vele verlengsels en uitstulpingen der slijmvliesplaat beschouwd worden, zoo omvat de eerste Afdeeling der Splanchno-pathieën bijna alle ziekten die aan het slijmvliesstelsel in het algemeen (als Katarrhen, Croupen en Aphthen), of in het bijzonder aan het ademhalings-stelsel, aan dat der spijsvertering en aan het stelsel der pis-afscheidende en der geslachtsorganen eigen zijn. Zoo blijkt derhalve, dat de benaming ziekten van het slijmvlies-stelsel in de allerruimste beteekenis wordt opgevat, en dat dien ten gevolge onder de ziekten der ademhalings-organen niet slechts de bronchitis, de haemorrhagia pulmonum en andere ziekten van het slijmvlies, maar ook de pneumonie, de pleuritis en de pleuritische exsudaten worden afgehandeld. Of het echter wel consequent zij, dat de Schrijver tot die zelfde Afdeeling ook den kramp der stemspleet, den kinkhoest en het asthma, en tot het slijmvlies-stelsel der spijsverterings-organen de cardialgie gebragt heeft, moeten wij betwijfelen, daar het ons voorkomt, dat het redematiger geweest zoude zijn, die laatstgenoemde ziekten onder de Neuropathieën te rangschikken, zoo als insgelijks de longtering onder de dyskrasieën eene meer natuurlijke plaats zou
gevonden hebben. Een noodzakelijk gevolg toch van de tegenwoordige oekonomie van het boek is, dat de Schrijver meer dan ééns op hetzelfde onderwerp moet terugkomen en zich somtijds aan herhalingen schuldig maken. Zoo worden, b.v., onder de dyskrasieën, die den inhoud van het vierde Hoofdstuk der eerste Afdeeling (over de Angio-pathieën) uitmaken, zoo wel de tuberkel en skrofelziekten als de teringen in het algemeen behandeld, terwijl de longtering, gelijk wij zoo even opmerkten, onder de ziekten van het ademhalings-stelsel besproken wordt. Hieruit blijkt op nieuw de groote moeijelijkheid die in het ontwerpen van eene geschikte nosologische rangschikking gelegen is. Ook de Tweede Onderafdeeling, die het uitgestrekt gebied der huidziekten omvat, kan daarvoor ten bewijze dienen. De vijf groepen toch, waaronder al de huid-