Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1856

Mengelingen in Proza en Poëzij door Vrouwe A. Ockerse, Wed. Kleyn. Nieuwe Uitgave. Twee Deelen. Te Leyden, bij H.R. de Breuk. In 8vo. 471 bl. f 3-:
Anthologie uit de Gedichten van Mr. Hieronymus van Alphen. Te Utrecht, bij L.E. Bosch en Zoon. 1855. In kl. 8vo. 86 bl. f :-70.
Anthologie uit de Prozaschriften van Willem Emmery de Perponcher. Te Utrecht, bij L.E. Bosch en Zoon. 1855. In 8vo. 108 bl. f :-70.

Wij hebben het meer dan ééns betreurd, dat er zoo menig geschrift van blijvende waarde, dat bij zijn eerste verschijnen met groote, wèlverdiende ingenomenheid werd begroet, op den stroom des tijds wegdrijft, om aldra geheel en al in de vergetelheid te geraken. De namen van Mevr. kleyn-ockerse, van alphen, en de perponcher worden in de geschiedenis onzer letterkunde met roem vermeld, maar hoe weinigen onder ons die hunne werken lezen. In de plaats van hunne degelijke boekwerken zien wij nu nieuwe verschijnen, die gekocht en gelezen worden ofschoon zij op verre na niet de vergelijking met de oudere kunnen doorstaan. Daarom juichen wij de pogingen van de Uitgevers de breuk en bosch luide toe. Wij zijn verre van hen aan te klagen over het ‘opwarmen van oude kost’, waar die zoo goed, zoo smakelijk

[p. 99]

en zoo krachtig is. Een vonnis ter veroordeeling hebben wij alleen voor zulke Uitgevers die een gelukkig vergeten werk van vroegeren tijd met een nieuwen titel, waarop dan het woord: ‘Nieuwe Uitgave’ prijkt, voorzien, en nogmaals de wereld inzenden; maar gaarne zien wij dat menschen van smaak en kennis het tegenwoordig publiek in staat stellen tot het genieten van de gezonde vruchten, die in den hof onzer vaderlandsche litteratuur gegroeid zijn in een vroeger tijdperk. Zorge men slechts dat de prijs matig worde gesteld, en het voordeel zal voor publiek en Uitgever des te grooter zijn.