na den Munsterschen Vrede de zetel der aristokratie, van waar de tegenstand tegen het Huis van oranje uitging, en dat, na den dood van willem II, in johan de wit den krachtigen steun voor de Stadhouderlooze regering leverde. De verdiensten van den Raadpensionaris worden niet over het hoofd gezien. En wie mag zich ook de groote verpligtingen ontveinzen, welke het land had aan den staatsman, die de stormen van zijn negentienjarig bewind moedig het hoofd bood, die aan de zeemagt eene buitengewone ontwikkeling gaf, onder wien de gelukkig gevoerde oorlog tegen Zweden, en de tweede tegen Engeland, door den luisterrijken togt naar Chatham bekroond, plaats had? Was het met de landmagt niet gunstig gesteld, het zou de vraag zijn: of de ongelukkige Souvereiniteit der Provinciën en van iedere stad op zich-zelve, die de beste maatregelen voor het algemeene welzijn verlamde; en de noodzakelijkheid aan de wit opgelegd om, wilde hij zich staande houden, de Regenten in hunne aanzoeken om officiersplaatsen voor hunne zonen of neven te vriende te houden, niet zoo wel of nog meer dan achteloosheid en verzuim, en het al te beperkte gezag aan den Prins opgedragen, tot den rampspoedigen uitslag van den veldtogt van genoemd jaar hebben geleid? Hoe het zij, met vervallen vestingen, onbekwame aanvoerders (joan maurits van nassau en paulus wirts maakten eene gunstige uitzondering), en een handvol ongeoefend volk was men tegen de Fransche legerscharen, onder turenne, condé en luxemburg, niet bestand; en datzelfde volk, 't welk onder maurits zijne standers in Nieuwpoorts duin geplant, en onder frederik hendrik het sterke 's Hertogenbosch en Maastricht in het gezigt der vijandelijke legers had doen bukken, zag nu met een verbazenden spoed de eene stad voor de andere na vallen, en
den vijand voor de poorten van Amsterdam, en op weinige uren afstands van Leiden en den Haag genaderd. Op het berigt daarvan barstte het smeulend misnoegen, nog aangevuurd door den argwaan over de onderhandelingen met Frankrijk opgevat, in lichterlaaije vlam uit. In Holland gaf Dordrecht het sein. Oogenschijnlijk zonderling, maar inderdaad hoogst natuurlijk, bij het drukkende der magistraten-dictatuur, die zich aldaar het meest ontwikkeld had, was het, dat van deze stad, de geboortestad van de wit, waar zijne bloedverwanten en vrienden het roer