Dat beide die leerredenen met een uitstekend genoegen en onder heilige aandoeningen zijn aangehoord lijdt geenen twijfel, en het bevreemdt ons niet dat de uitgave er van zoo dringend werd verzocht.
Eene enkele aanmerking veroorloven wij ons op eene overigens schoone plaats. Op bl. 26 lezen wij: ‘Kunt gij 't u voorstellen, hoe de Godsman (paulus) zijn' eenzame kerkermuren te Rome, waar hij gevangen was, deed weergalmen van zijn' zuchten en gebed, en hoe hij de gevangenis herschiep in een heiligdom, waaruit hij met mond en pen voor de hem dierbare gemeente bad en predikte, toen zijn levend woord haar niet bereiken kon?’ - Die ‘eenzame kerkermuren’ geven den hoorders eene verkeerde voorstelling van paulus' toestand te Rome, zoodat zij zich den Apostel denken als daar opgesloten in eene gevangenis. Uitdrukkelijk echter wordt door lukas, in het laatste Hoofdstuk zijner Handelingen, vs. 16, berigt, dat ‘aan paulus werd toegelaten, op zich-zelven te wonen met den krijgsknecht die hem bewaarde’; van die vrijheid werd door paulus, blijkens hetzelfde Hoofdstuk, vs. 23 en 30, gebruik gemaakt; zoodat hij, ofschoon geketend, in zijne eigene woning verbleef. Verzuimd is ook de tekstwoorden boven de tweede leerrede, zoo als boven de eerste, te drukken.
Wij bevelen deze leerredenen ter lezing aan; zij doen den Eerw. janssen kennen als een voortreffelijk Evangelieprediker, en zullen bij ieder aangename, regt godsdienstige indrukken nalaten.