der definitieve concessie kunnen nog veranderingen worden gebragt in de voorloopig aangevraagde lijn; en het is niet voorbarig, want, zoo de tegenwoordige onderneming al mogt mislukken (gelijk met andere dergelijke ook het geval is geweest), het is toch niet onwaarschijnlijk dat eerlang het denkbeeld eener spoorweg-verbinding van Harlingen met het Noorden en Oosten van ons Rijk zal worden verwezenlijkt. Om echter zulk een spoorweg genoegzaam rentegevend te maken voor de ondernemers, is het volstrekt noodig dat daaraan ook eene internationale verbinding worde verzekerd; en, wanneer de vroegere of latere concessionarissen bij de Hanoversche Regering meer medewerking gevonden hadden, zoude eerstens de spoorweg er reeds liggen, en tweedens eene geheel andere rigting hebben dan de nu besprokene.
De Heer gratama schijnt niet te weten dat eigenlijk dáár de schoen wringt: hij ziet zeer wel in, dat eene verbinding met Hanover in de rigting van Leer verre de voorkeur verdient boven eene in de rigting van Rheine; hij begrijpt regt goed dat voor de handels-gemeenschap van Engeland over Harlingen, Leeuwarden en Groningen met Leer, Oldenburg, Bremen en Hamburg veel meer behoefte aan spoorweg-verbinding bestaat, dan over Leeuwarden, Meppel, Almelo en Rheine met Hanover; maar het is alleen aan de Hanoversche Regering te wijten dat deze laatstgenoemde rigting bij de voorloopige concessie aan den ontworpen spoorweg is gegeven. Hanover schijnt door de vrees gedreven te zijn dat de haven van Embden bij eene regtstreeksche verbinding van Harlingen met Bremen en Hamburg over Leer te veel zoude lijden; althans alle aangewende pogingen om het Hanoversche Gouvernement van zijne tegenkanting tegen de verbinding over Leer te doen terugkomen, hebben, naar wij vernemen, tot dus verre schipbreuk geleden: eerst dán wanneer de gemeenschap van de stad Hanover over Rheine met Nederland zal zijn verzekerd, is er welligt eenige kans om de toestemming van dat Gouvernement tot een ander meer Noordelijk aansluitingspunt te verwerven; maar van daar dus, dat nu de concessie is verleend over Rheine, en dat een weg van Groningen naar Leer nog slechts op den achtergrond staat.
Het lijdt geen twijfel, of deze omstandigheid is van grooten invloed ook op de kapitaal-vorming van den ontworpen spoorweg;