Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1855

De Erfgenaam van Redclyffe. Naar den vijfden druk uit het Engelsch vertaald. Drie Deelen. Te Amsterdam, bij Gebroeders Kraay. 1855. In gr. 8vo. 1015 bl. ƒ 9-30.

Een roman van meer dan duizend bladzijden moet een werk zijn van buitengewone verdienste, om tot het einde toe de aandacht te boeijen en de belangstelling te doen klimmen. Dat het verhaal in Engeland ten vijfde male is uitgegeven, deed ons het werk met een aangenaam voorgevoel openslaan; maar Ref. weet niet hoe hij het Eerste Deel, eene opstapeling van langdradig gepraat en gewawel, heeft kunnen uitlezen. In de twee volgende Deelen is meer handeling, doch ook deze zijn nog langwijlig genoeg. Als het werk tot drie honderd bladzijden wierd ingekort, zou 't driemaal beter zijn. Het lange verhaal komt hoofdzakelijk hierop neder. De hoofdpersoon, een edel, grootmoedig, beminnelijk jong mensch, guy morville, is een afstammeling van dien hugh, die onberaden zijnen koning op een vermetelen priester wreekte, door thomas becket, den befaamden prelaat van Canterbury, voor het altaar te vermoorden. De vader van guy had door eene mésalliance zijnen grootvader verbitterd, en de gramme woede des ouden mans had hem den dood berokkend. Die grootvader had vroeger in een duel zijne tegenpartij moedwillig van het leven beroofd, maar leefde op zijn ouden dag in Christelijke boetvaardigheid, en staafde zijn berouw met de zorgen die hij aan de opvoeding van zijnen kleinzoon wijdde. Als knaap verliest guy ook dien grootvader, en wordt in het huis van zijne tante, Mevrouw edmonstone, opgenomen, die hem moederlijk verzorgt. Als jongeling wordt hij verliefd op amy, eene zijner nichten; maar de zwarigheden, in elken roman onmisbaar, laten zich hier te minder wachten, omdat er een vloek op zijn geslacht rust. Gelukkig dat zulke schrikbeel-

[p. 651]

den, welke voor niemand, die in het weldadig bestuur eener Voorzienigheid gelooft, te regtvaardigen zijn, alleen in de verbeelding van sommige Schrijvers bestaan! Een neef, Kapitein philips, wantrouwend, eigenwijs en trotsch, laat zich door zijne hatelijke, gierige zuster in den waan brengen, dat guy op de Hoogeschool met slecht gezelschap verkeert en aan het spel is overgegeven. De vader van amy, te zwak om op eigen beenen te staan, laat zich tegen den jongeling voorinnemen, en ontzegt hem den toegang tot zijn huis, en het uitzigt op zijne dochter. Guy vindt in Mevrouw edmonstone en in haren zoon karel, een jongeling van een krachtig karakter, beschermers, en het is ongemeen schoon, hoe amy zoowel als guy de miskenning en hun leed verdragen. Eindelijk zegepraalt de onschuld; het huwelijk wordt gesloten, maar ook spoedig weêr ontbonden door den dood van guy, die zich voor den hem nog altijd hatenden philips opoffert....Doch wij mogen aldus niet voortgaan; alleen willen wij nog zeggen dat de tooneelen van philips' ziekte en berouw en van guy's sterfbed fraai en roerend zijn, en zoo is er meer dat ons bijzonder aantrok; vooral ook de épisode van eene schipbreuk.

Ziedaar, onpartijdig en bescheiden, vermeld wat ons mishaagde, en wat wij met goedkeuring lazen. De uitvoering van het werk is keurig. Drie fraaije vignetten versieren het en getuigen van den bekenden goeden smaak der Uitgevers.