oog, zeer veel te wenschen over. Vooral ontbreekt er de eenvoudigheid aan, waarop wij, zoo wel in taal en stijl, als in ontwikkeling en gedachtenleiding, hoogen prijs stellen. Ten gevolge van dat gemis, ligt er dan ook over het geheel eene duisterheid of onduidelijkheid van voorstelling verspreid, die den gewenschten indruk belemmert. Verbeeldt u: in de voorafspraak wordt het voorregt geroemd, ons geschonken in het bezit van het spraakvermogen. ‘Mij was het behoefte’ - zegt de Prediker - ‘u en mij zelven vooraf te bepalen bij dien teederen (!) band der gedachtewisseling, die nu eenige jaren lang u aan mij en mij aan u hield verbonden.’ De Inleiding handelt over de Bijbelsche voorstellingen en beelden omtrent de betrekking waarin God tot ons staat, en over de beeldspraak van den tekst. En dan wordt dat woord beschouwd, vooreerst: als een ‘vertrouwend aanvangswoord’ van een Godsdienstig beginsel; ten andere: als een ‘versterkend voortgangswoord’ op onzen Christelijken pelgrimstogt; eindelijk: als een ‘voegzaam stervenswoord’ in onze laatste stonden. Gaat het anderen als ons, dan is hun dit plan, in die bewoordingen aangekondigd, nog vrij raadselachtig. En de ontwikkeling, hoe veel goeds er ook in moge voorkomen, is even gekunsteld als de opgave, die voorafgaat. Wij veronderstellen dat eene levendige en krachtige voordragt die gebreken eenigermate vergoedt, en zijn er verre af, om den thans Groningschen Leeraar naar deze ééne proeve te willen beoordeelen. Maar dit wenschen wij toch, dat zijne doorgaande prediking meer den stempel der eenvoudigheid moge dragen, en meer door zaakrijkheid en Evangelische kracht zich moge aanbevelen aan de Gemeente.
2. Gunstiger is ons oordeel over deze Intreê-Rede uitgevallen. Wel lijdt ook zij eenigermate aan de gebreken, die wij in de boven aangekondigde leerrede hebben gegispt, en zouden wij haar in sommige opzigten anders hebben gewenscht; maar er is toch meer bestemdheid van uitdrukking, meer rijkdom van inhoud, meer verheffing des geestes in, en zij moet bij het hooren een gunstigen indruk gemaakt hebben. Niet slechts had de tekst de verdienste van wèl gekozen te zijn, kort na de viering van het Paaschfeest, en leende hij zich uitnemend tot het voorgestelde doel; maar ook het plan