deren te schrijven. - Intusschen vindt men hier nu en dan aanleiding tot verkeerde voorstellingen. Inzonderheid is dat het geval in ‘de Herdersknaap’, dat trouwens gevolgd is naar het Fransch van den Eerw. n. roussel. Er wordt daarin te veel van de verbeelding gevergd. David wordt voorgesteld: omringd van schapen die luisteren naar zijn lied en harpgeluid; doch na het zingen van twee verzen van den negentienden Psalm komt een leeuw en rukt een schaap weg. David verslaat den leeuw en vergadert terstond daarop weder zijne schapen en zet den Psalm voort door het vijfde vers aan te heffen. Maar naauwelijks is de laatste toon er van weggestorven of hij ontvangt een nieuw bezoek. Ditmaal is het geen vijand, maar een knecht, die met groote haast hem komt zeggen: dat men hem te Bethlehem verwacht, waar de Profeet samuël geen offer wil ontsteken vóór hij is aangekomen. De voorstelling van het naderen des leeuws terwijl david te midden zijner schapen eenen Psalm aanhief, laten wij daar; doch het noemen van den Psalm en de opgave welke verzen vóór en welk vers na de worsteling met den leeuw door david gezongen werden, en de komst op dat oogenblik van den bode door samuël afgezonden, willen ons niet behagen. Of de andere zonen van isaï bij de
zalving van david tegenwoordig waren, meenen wij om verschillende redenen te moeten betwijfelen. Immers het gezegde (I sam. xvi: 13): ‘Samuël zalfde david in het midden zijner broederen’, kan niet beteekenen: in tegenwoordigheid zijner broederen; want zij waren, de een na den anderen, henengegaan; maar geeft te kennen: dat david gezalfd werd terwijl hij nog te midden zijner broeders leefde. - De onnaauwkeurigheid om van sadrach, mesach en abed-nego in den vuur-oven als van jongelingen te spreken, wordt ook door anderen begaan, niettegenstaande zij in het Hoofdstuk waar de zaak vermeld wordt (dan. iii), telkens, tot achtmaal toe, mannen genoemd worden.
De correctie laat nog wel wat te wenschen over. Wij vonden: werd den vrede gestoord; God gaf sara een zoon, die den naam van izaäk werd gegeven; verliest, voor: verloor; lisschen, voor: lesschen, enz. Vooral in boekjes voor de jeugd dienen taal- en drukfouten vermeden te worden.
Overigens bevelen wij dit werkjen als een allerliefst en nuttig geschenk voor kinderen aan.