aandrang opgeheven kloosters weêr hersteld, en aan geestelijke vereenigingen eene ongekende uitbreiding gegeven? De reden is eenvoudig deze: niet omdat het belang der Katholijke Kerk door kloosters en monniken wordt bevorderd, want zij bestond en bloeide zonder beide in de eerste eeuwen: maar omdat er der hiërarchie alles aan gelegen ligt, tot bereiking harer heerschzuchtige bedoelingen, overal hare vestingen en keurbenden te hebben. En wat zijn de kloosters en monniken voor haar anders? Van daar de zigtbare ijver van het Romanisme om ze vooral in Protestantsche landen in zoo groot mogelijken getale op te rigten; maar ook van daar zijn gejammer, wanneer zij in Roomsche landen worden opgeheven of ingekort.
Ook in het Protestantsche Nederland is de stichting van kloosters, en de invoering van geestelijke vereenigingen, aan de orde van den dag; en zonder hier te willen onderzoeken, of zulks overeenkomstig 's lands wetten wel mag geschieden: mogen wij echter niet nalaten der Regering het: videant consules luide toe te roepen, en haar opmerkzaam te maken op de veelsoortige nadeelen, van welke het Roomsche Spanje en Sardinië zich willen ontslaan, en die wij door een noodlottig laissez faire ons goedschiks berokkenen.
In dezen stand van zaken achten wij het van belang, dat, gelijk de vertaler van het boven aangekondigde werk in het voorberigt zegt: ‘terwijl eene rustelooze partij het kloosterleven hemelhoog zoekt te verheffen, - onze landgenooten de stem van een kloosterling zelven midden uit het klooster hooren klinken, ten einde een juist oordeel daaromtrent te kunnen vellen.’
En dat oordeel kan, na de lezing dezer ‘Gedenkschriften’ niet anders dan hoogst ongunstig zijn! Immers wij worden in de gelegenheid gesteld, heldere blikken te werpen in het inwendige van het kloosterleven; wij volgen den monnik bij zijnen proeftijd, en zijne wijding (professie), slaan hem bij zijne letteroefeningen gade, en waar ons de grillige hatelijke kloosterstraffen en schandelijke klooster-intrigues aanschouwelijk worden voorgesteld, waar wij bekend worden gemaakt met de wijze waarop de zoogenoemde kloosterlijke beloften gehouden worden, daar worden wij al langer zoo meer versterkt in de