taak gekweten. Het is een ernstig stichtelijk boekjen in Engelschen trant, zeer geschikt voor vrouwen en jonge dochters van goeden huize. In eene dubbele familie-geschiedenis stelt het aanschouwelijk voor: dat de Godsdienst het leven heiligt en den dood in eenen slaap verandert, maar dat de dienst der wereld, behalve meer andere schade die zij berokkent, eene goede opvoeding in den weg staat, en dat het schikken en deelen tusschen God en de wereld het hart niet bevredigen kan. De Schrijver moge hier en daar den schijn van overdrijving niet kunnen ontgaan; wie den moed bezit om een vrijen blik in de zedelijke wereld, in verband met God en onsterfelijkheid, te werpen, zal hier omtrent vele punten strenge waarheid vinden. Zeker mag elke jeugdige lezer wel dit woord des Schrijvers ter harte nemen, dat wij ook tot eene proeve van den geest en den stijl laten volgen;
‘Zoo gij nog jong zijt, lezers, ziet dan op het einde van dit leven als op een schoonen zons-ondergang, die een helderen morgen voorspelt. O, denkt hier niet gering over! Verspilt uw tijd niet in droomerijen of luchtkasteelen! Gelooft toch dat het alles ijdelheid is, vóór dat gij door eigen ondervinding zulks bekennen moet! Één ding alleen is in dit leven uwe aandacht waardig, en dat is het heil uwer onsterfelijke ziel. Verliest geen tijd u dat kleinood waardig te maken, en dan kunt gij gerust de bitterheid des lijdens afwachten, want zij zal uw geluk niet verstoren.’