Hoofdstukken kunnen een boekdeel opwegen, door rijkdom van zin, en kracht van voorstelling. Vooral het lijden eener verachte en verguisde Jodin is meesterlijk geteekend. Die oude, arme judith, altoos vervolgd, beschimpt, verjaagd en mishandeld door den moedwil der losbandige jeugd, en door de vooroordeelen, waaronder haar volk toen nog gebukt ging; - de afschuwelijke en verafschuwde judith, met dat hart vol wrok, haat en wraakzucht, heeft één lichtpunt in haar duister aanzijn: de liefde voor een jong meisjen, dat bij haar is. Dat meisjen, oogenschijnlijk Christin, voedt een steeds toenemenden afkeer van hare weldoenster. Zij wil die verlaten, meenende dat de oude haar misleidt, en wil van hare afkomst onderrigt worden. Als de oude, geprangd door den nood en door den angst om het eenige wezen dat haar lief is, het eenige waarvoor zij leeft, te verliezen - haar niet meer weet te weêrhouden, werpt zij zich aan de voeten der jonge vrouw, en roept uit: ‘Sabina! wilt gij dan uwe arme, diep ongelukkige moeder zien? - Zie mij aan, ik ben uwe moeder!’ - Dit vermurwt de trotsche dochter niet, zij is meer ontzet dan bewogen, meer vernederd dan voldaan; en niet voor dat de Jodin haar ontdekt dat zij rijk is, en in een verborgen kelder eene Oostersche weelde voor haar ten toon spreidt, en haar zegt dat dit alles het hare is, en dat zij dit alles voor hare dochter heeft bewaard en vermeerderd, noemt de hardvochtige dochter haar meeder, en dat woord giet een druppel van geluk in haar verdord hart vol haat en bitterheid.
De bekoorlijkheden van deze sabina hebben den zoon van melanthon betooverd. Hij verlooft zich heimelijk met haar, en schenkt haar den ring dien zijne, vrome moeder hem in eene heilige ure aan den vinger stak. - Hoe diep sabina ook viel, zij heeft philippus lief en reeds te veel opgevangen van het Christendom om geheel met de boosaardige plannen harer moeder te kunnen instemmen, die haar tot een werktuig van wraakoefening op de haar vertrappende Christenen wil gebruiken. Daartoe is sabina in den beginne niet te bewegen. - Hoe roerend is het oogenblik geschetst als de afgedwaalde jongeling in den kring der zijnen wederkeert en zijn vader, onbewust van hetgeen er met hem is voorgevallen, hem opdraagt het avondgebed te doen. Dat kan hij niet -