de Heer v.r. herinnert, in het midden worden gebragt, dat de Zeeuwen in de zeventiende eeuw ‘het woeste land van Suriname’ hebben durven ‘aantasten en ontginnen’. Dit was niet enkel het geval met Suriname, maar met de geheele kust van Guiana, van den Amazone-stroom tot aan de Oronoke. Het was niet te wijten aan de ongeschiktheid van den Nederlander om op die kust, onder dat klimaat, zich aan veldarbeid over te geven, dat weinige van die volkplantingen slaagden, maar aan vijandige overvallen van de Karaïben en andere wilde stammen, bewoners dier kusten; aan de even vijandige aanvallen of overrompelingen van Engelschen, Franschen, enz.; aan de plundertogten der Flibustiërs, of ook wel aan onderlinge oneenigheden.
De voormalige Gouverneur van Suriname achtte het niet alleen pligt, aan te dringen op het hooge gewigt eener kolonisatie van Nederlanders, maar ook om het betoog te leveren: dat die Kolonie een grooten overvloed van voortbrengselen kan opleveren, tot welvaart van de kolonisten en van het moederland. ‘Ik moet wijzen’ - lezen wij - ‘op de aardrijkskundige ligging van Suriname. Is die ligging niet schoon en uitgelezen, inzonderheid met opzigt tot het drijven van den overzeeschen handel met de meeste der bloeijende rijken van den aardbol?
De kust van Suriname is geheel vrij van klippen of gevaarlijke banken; stormen zijn daar volstrekt onbekend.
Het lage land is daar kwistig doorsneden met breede en diepe rivieren voor zeeschepen bevaarbaar, op welke groote waterwegen vloed en ebbe zich geregeld afwisselen, zoodat er naar welgevallen op- en afgevaren kan worden, zonder aanwending van bijkomende kracht.
Langs de zee van Oost tot West, beslaat de Kolonie Suriname drie graden en eenige minuten lengte, op de Noorderbreedte van circa 6o, derhalve zestig uren gaans. Het alluviaal terrein van Suriname is gemiddeld tien uren breed, en het kan gemakkelijk door inpoldering en doorsnijding met sloten worden droog gelegd, vermits het hemelwater geregeld tweemalen daags kan wegloopen in de rivieren, welker verval van water negen voet bedraagt.
Dat lage gedeelte van Suriname is inzonderheid voor de kolonisatie met Nederlanders geschikt. Men vindt er Holland,