den naam des Schrijvers, maar te vergeefs. Als iemand zoo aangenaam leert hoe men in 't leven een zonnestraal kan opvangen, en dit zoo helder voor den geest maakt, dat men als opleeft in een nieuw verrezen licht, dan is 't niet onnatuurlijk, dat men verlangt te weten van waar en van wien dit licht komt. Dezelfde nog steeds onbekende Schrijver heeft ons nu een verhaal geschonken even rijk in leering, even boeijend in stijl. Het doel dat hij er zich mede voorstelt, doet hem eer aan. Dat doel beschrijft hij aan het slot, waar hij zegt: ‘Er rust nog een pligt op mij....en dat is om u, voor gij dit boek ter zijde legt als eene bloote vertelling om een ledig uur te verdrijven, tot ernstig nadenken te brengen, opdat gij moeders om kracht van boven bidden moogt, ten einde uwe kinderen op te brengen in de vreeze des Heeren, en opdat wij allen, een ieder in het bijzonder, mogen gedachtig zijn aan de zware verantwoordelijkheid, die wij op ons laden, indien wij ons eenigen invloed verwerven op anderen om hen ten goede of ten kwade te leiden, en aan het zware oordeel, dat ons wacht, zoo wij onzen broederen ergernis doen.’
Op den voorgrond staat gerard forester, een bedorven zoontje, dat op zijne beurt ieder bederft en ongelukkig maakt, die in den dampkring van zijn invloed getrokken wordt. Zijn voornaamste slagtoffer is een jongeling, verwaarloosd door zijne moeder, de weduwe howard, die al hare ijdele zorgen aan eene harer dochters, een beeldschoon meisje, wijdt, zich, dat doende, in den grond boort, en eindelijk hare dochter wel een schatrijken echtgenoot bezorgt, doch daarmede ook haar levensgeluk verwoest. Cyril, zoo heet haar zoon, geraakt onder den invloed van gerard, die in verstandsontwikkeling en wilskracht ver boven hem staat, en hem geheel beheerscht.
Forester ontmoet ten huize van Mevrouw howard een lief, zachtaardig meisjen, aleid ashworth geheeten, en koestert op zijne wijze liefde voor haar. Maar de godvruchtige, gevoelige aleid, die hem doorgrondt, versmaadt die liefde en schenkt de hare aan cyril. 't Verhaal maakt nu aanschouwelijk hoe forester zich als een satan tusschen hen beide plaatst, hoe hij den onnadenkenden cyril misleidt, verleidt, verpest en zoo in den grond bederft, dat deze verloren gaat, hoewel hij, ofschoon door de zonde ten grave gesleept, berouwvol ontslaapt. De booswicht, die cyrils zuster julia met gehui-