heel en al aan Hem overgeven, en in zijne liefde tot God en menschen Hem gelijkvormig worden. Had de Vertaler zijnen tijd besteed om hun, die met vertrouwen naar hem hooren en zijne werken lezen, dit regt duidelijk te maken, dan zou hij een nuttig werk hebben verrigt. Maar hoe velen hunner loopen als christiaan rond met hun zondenpak zonder dat zij 't weten kwijt te raken, en bij hoe velen wordt het dagelijks grooter en grooter naar mate zij denken meer te vorderen in heiligmaking! - Wat al haat, nijd, twist en oneenigheid bestaan er bij en tusschen zoo velen, die zich-zelven zalig noemen, omdat zij in hunne denkbeelden over deze en gene door de Eeuwige Wijsheid ons niet geopenbaarde zaken van anderen verschillen. Is het niet alsof het Woord des Heeren voor hen niet gesproken ware: ‘Een nieuw gebod geef ik u: dat gij malkander lief hebt, gelijk ik u heb liefgehad’? - Als de godsdienstleeraar dat nieuwe gebod des Heeren volgt, en 't anderen leert volgen; als jezus christus de Alpha en Omega, het begin en het einde zijner prediking is; als hij zijne hoorders wijst op Hem in Zijn geloof, in Zijn vertrouwen; in Zijne geheele overgave aan God, tot aan den bittersten en smartelijksten dood toe; in Zijne levendige hoop dat de Vader Hem en Zijn werk zoude verheerlijken; in Zijne reine onbaatzuchtige liefde voor Zijnen Hemelschen Vader; - dat is hun nuttiger dan het lezen van zulke Pelgrimstogten, of wat er naar zweemt. En indien het prediken hem niet genoeg is, indien hij schrijven wil - dat hij dan schrijve; maar in den Geest van den Heer. Het Evangelie is zoo eeuvoudig, en het moest dit wezen, want het zou den armen verkondigd
worden. Waarom het dan in een pak gestoken, of in plunjes gestopt, die beletten het in zijn wezen en aard te leeren kennen? In de dagen van bunyan, hunne gesteldheid in aanmerking genomen, kan the Pelgrim's Progress voor een verdienstelijk werk zijn gehouden, maar in de onze is het een wanklank. Wie jezus verlangt te kennen in zijne Goddelijke grootheid als het waarachtige licht, als den reine en onbevlekte, die hem is voorgegaan in heiliging, en als zijn verzoener met God, begeve zich tot de zuivere heldere bron des Evangelies: daar zal hij die kennis vinden, en dááraan heeft hij genoeg; want zij schenkt licht, vrede, vreugde, rust en kalmte der ziel, ja, in één woord de zaligheid die in chris-