van Dr. newman (bl. 80), die den Bijbel heeft verruild voor zoutelooze legenden.
Vervolgens bewijst de S. hoe het Pausdom de hoofdleeringen des Evangelies, aangaande de zonde, de regtvaardiging en de heiligmaking, verdraait, en de heiligheid des levens tot eene nietige werktuigelijkheid verlaagt, die het ligchaam foltert, maar den geest niet veredelt. Treurige ontdekkingen maakt hij openbaar omtrent de zedelijkheid van Rome, wanneer hij hare zedeleer, in geschrifte nedergelegd en met feiten bekleed, tegen de Tien Geboden vergelijkt. Dan, inderdaad, verzinkt de zoogenaamde heiligheid van Rome in een poel van ongeregtigheid. Rome's zedeleer is de drogrede van het eigenbelang. Men zal hier, b.v., niet zonder verbazing lezen hoe liguori, de heilige van den dag, de vader der Redemptoristen, het zevende gebod verklaart.
De Schrijver wijst voorts aan: welk onkruid de Roomsche Kerk met de biecht en de absolutie, met den aflaat en het vagevuur, op den akker der bekeering heeft uitgestrooid. Hij toont dat aan met stukken. Trouwens, de ervaring heeft geleerd dat de biechtstoel dikwerf zonden uitlokte, waaraan de biechtganger zich nooit schuldig zou gemaakt hebben, indien de biechtvader niet, door er naar te vragen, de gedachte er aan had opgewekt. Wij zouden hier stalen kunnen leveren van vragen door Kerkelijke besluiten aan biechtvaderen voorgeschreven; maar 't ontzag voor de eerbaarheid weêrhoudt onze pen.
Verder toont hij aan: de onhoudbaarheid der Roomsche Sacramenten, en dat het Pausdom het Evangelie verdraait, het leeraarambt en de aanbidding Gods ontwijdt en de Sacramenten ontheiligt.
In het negende Hoofdstuk geeft hij nog andere met de H.S. strijdige kenmerken van Rome op, allen bestemd om het volk te verblinden, en wijst op de praktijken des Pausdoms, dat overal dezelfde karaktertrekken vertoont van onschriftmatigheid, onzedelijkheid, onverdraagzaamheid en vijandschap tegen de maatschappij.
In het tiende Hoofdstuk stelt hij den Bijbel tegenover de bijzonderheden van het Pausdom. In het volgende handelt hij over den voorspoed, waarop het Pausdom dezer dagen te