die het heeft, in tegenstelling met het hortende en stootende dat op onze spoorwegen zoo zeer vermoeit. Wat in Heidelberg 't meest merkwaardig is, wordt genoemd. In de derde reis vertoeft de Schrijver nog eens in deze wereldberoemde stad, en wat hier en daar te lezen is, kan den lezer indrukken geven zoo aangenaam als verrassend.
De laatste brief van deze eerste reis draagt ‘Baden-Baden’ aan het hoofd. 't Was juist Zondag-avond toen hij er aankwam en de badwereld vergaderd vond in de ruime zalen van het Kurhaus. Men schatte het getal vreemdelingen op omstreeks 16000. Ons is voorgekomen dat die schatting in Baden-Baden bij enkele gelegenheden wel wat overdreven kan zijn. Toen wij er waren stoelde eene Hollandsche familie van vijf personen op de Kur-lijst tot elf uit. Hoe is dat mogelijk? vraagt gij welligt. Eerst werd Herr n.n. met Frau Gemahlin und Familie genoemd 5 personen, toen een ander die tot dat vijftal behoorde, met drie personen, en toen twee jongeheeren elk voor zich-zelven. Door zulke middelen kan men spoedig eenige duizenden op het papier brengen. Het doet ons leed, ook hier den Schrijver op eene kleine vergissing te betrappen; deze namelijk, dat niet in de breede en kostbare gaanderijen die de Kurzaal omgeven (?), een twintigtal tafereelen uit de Germaansche (Badensche) Geschiedenis in levensgrootte u doen stilstaan, maar in de gaanderij van de Trinkhalle. Een togtje naar Neu-Eberstein en in het Murgthal wordt beschreven, waarbij de waterval van Giroldsau is bezocht, en de reizigers en wij keeren uit Baden-Baden, dat met Natuurschoon zoo mild bedeeld paradijs, terug naar het vlakke, maar vrije Nederland, hetwelk wij zelfs tegen een Baden-Baden niet zouden willen ruilen.
Wij komen tot de tweede reis; maar terugziende op ons verslag van de eerste, vreezen wij langwijlig te zullen worden wanneer we voortgingen zoo als we begonnen. - Zij heeft tot opschrift: van Arnhem tot Interlaken. Uit Straatsburg, Augustus 1852, is de eerste brief. De Dom, guttenberg, kleber, de Thomas-kirche zijn bezocht, zoo als de tweede brief uit dezelfde stad ons meldt. De derde is uit Solothurn; de vierde uit Bern; de vijfde uit Interlaken; de zesde uit dezelfde plaats twee dagen later, de zevende uit Straatsburg op de terugreize.
De derde reis draagt aan het hoofd: ‘Van Heidelberg naar den Mont-blane’. Uit Heidelberg, Freiburg in Baden, Metteray,