Wij vreezen dat hunne hoop niet vervuld zal worden. Het laat zich vooruitzien, dat menigeen, bij het gebruik van dit Catechisatieboek van alle eigene werkzaamheid ontslagen, den Bijbel zelven zal laten rusten, en zonder nadenken zal teruggeven wat hem hier wordt voorgesteld. En wie lust heeft tot eigene oefening, ziet zich hier de gewenschte gelegenheid daartoe grootendeels benomen. Het zal dus nog de vraag zijn, of de Schrijvers aan hunne leerlingen wel eene dienst bewezen hebben door deze uitgave. Wij moeten echter bekennen dat de hier beantwoorde vragen doorgaans van dien aard zijn, dat de leerling in den regel buiten staat is, om daarop het antwoord met eenige juistheid te geven. In hoe verre dit getuigen zou tegen het gebruik der Beknopte Handleiding, laten wij thans in het midden. Maar waarom dan, vragen wij, geen Lees- of Handboek vervaardigd, waarin al datgene kon zijn bijeengebragt, wat tot beantwoording dier vragen vereischt wordt, zoodat de leerling, tot die beantwoording geroepen, daaruit met oordeel ontleenen kon wat hem noodig ware? Zijne zelfwerkzaamheid zou daardoor opgewekt en bevorderd zijn, en, bij gedurige verwijzing naar de H. Schrift, ware het hem behoefte, haar ter hand te nemen en te raadplegen.
Wij willen met deze aanmerking echter niet geacht worden, het goede te miskennen, dat in dit Catechisatieboek gevonden wordt. Op zich-zelf beschouwd, is het een bruikbaar hulpmiddel bij het Godsdienstig onderwijs op de katechisatiën. Het bevat vrij volledig alles wat den leerling, die belijdenis des geloofs zal afleggen, te weten noodig is. Er komt daarin zelfs méér voor dan men daartoe gemeenlijk vordert, maar niets dan hetgeen daarmede in betrekking staat en daartoe bevorderlijk zijn kan. Met de dispositie, die niet de gewone is, zouden wij ons minder goed kunnen vereenigen dan, over 't algemeen, met den inhoud. Toch zouden wij ook daarop niet onbeduidende aanmerkingen te maken hebben, indien wij daartoe geroepen werden. Vooral meenen wij dat de leer der zonde, waarvan tot regt verstand van de leer der verlossing en tot bevordering van onmisbare zelfkennis zóó oneindig veel afhangt, hier uiterst oppervlakkig behandeld is in weinig meer dan drie bladzijden. Hoe dat mogelijk is bij Schrijvers, die overigens toonen, alles behalve oppervlakkig