ons in dien vooruitgang, toen ons het bovenstaande boekje werd toegezonden, dat terstond door een afschuwelijk leelijk prentje tegenover den titel ons afschrikte, en ook door band, papier en geheel het uitwendig voorkomen ons onaangenaam aandeed. Daar wij niet op den titel vonden vermeld dat het nu is uitgegeven, kwamen wij op de gedachte, of 't misschien niet iets ouds was, dat op nieuw wordt rondgezonden, in de hoop, dat het nog eenige koopers vinden zal. Wij kwamen echter van die gedachte terug door 't lezen van den brief van eduard, een pedantje, wien de wijze vader het rijmen verbieden moest:
Ik ben nu hier in Rotterdam
Per stoomboot aangekomen;
't Is hier een koopstad groot en fraai
Waarlangs de Maas komt stroomen -
en van den brief waarin maurits in even ellendige rijmen eene beschrijving geeft van een bezoek te Mettray:
Van Zutphen, waar door ons de nacht
In zoete rust werd doorgebragt; -
't Is een der netste steden
Van Gelderland; - zijn wij toen ras
Naar 't geen het doel der reize was,
Naar Mettray heen gereden.
Hieruit bleek het ons dat wij met een werkje te doen hadden uit den tegenwoordigen tijd, en wij kregen medelijden met den Schrijver en met den Uitgever, die beide hun tijd en hun geld beter konden besteden dan aan het schrijven en in het licht geven van boekjes, die voor den meest oppervlakkigen blik zoo verre staan beneden schier alles wat van dien aard wordt aangeboden. Het zijn drie proza-verhaaltjes, waarvan het eerste eene vertaling is uit het Fransch, en zes rijmpjens, waarvan wij met den besten wil niets anders dan de zedelijke strekking kunnen prijzen.