voorlezingen, en elke voorlezing getuigt van zijne hooge ingenomenheid met het Christendom en van zijne groote geleerdheid en scherpzinnigheid. - Boeijend en allerbelangrijkst zijn reeds de eerste Hoofdstukken, die tot Inleiding dienen. Zij doen reeds zien dat Prof. hagenbach niet alleen een degelijk Godgeleerde, maar ook in het oude Hellas en Latium geheel te huis is. Men ziet terstond aan de gemakkelijkheid van voorstelling en aan de levendigheid van stijl, waarmede hij eenen rijkdom van zaken bloot legt, dat hij schrijvende niet meer noodig had te onderzoeken, maar uitstortte van de volheid eener kennis, die vertrouwd is met de Godsdienst en Staatkunde, de Geschiedenis en Letterkunde, zoo wel van de Grieken en Romeinen als van de Israëliten en de Christenen. Van daar, dat zijn oordeel zoo helder is, zijne redenering en ontwikkeling zoo gemakkelijk zijn te volgen. - Beknopt en duidelijk vooral is hij omtrent jezus en de Apostelen, hun leven en werken, hun lijden en sterven. Niet alleen vat hij bijeen wat wij daaromtrent in de Kanonieke Schriften lezen, maar ook wat de Apokryphe Boeken des Nieuwen Testaments en de overleveringen daarvan berigten. Levendig en kort, maar met onmiskenbare volledigheid, stelt hij de geschiedenis van de eerste vestiging en uitbreiding der Christelijke Kerk voor oogen. De vervolgingen door Joden en Heidenen, de aanvallen van ongeloovigen en spotters, die de Kerk te verduren had, de worstelingen welke hare leden ondergaan moesten, de geleerde bestrijders en apologeten, de gronden tegen en voor het Christendom in de eerste eeuwen bijgebragt, worden niet alleen opgesomd, maar ook kort en duidelijk ontwikkeld en aan historische kritiek onderworpen. Zoo worden ook de dwaalleeringen, verdeeldheden en scheuringen der eerste drie eeuwen in het regte licht gesteld, door hare oorsprong, aard en gevolgen met historische trouw te doen kennen. Vraagt men of wij niets dan lof hebben voor zijne
Voorlezingen, - wij antwoorden dat het ons niet moeijelijk zoude zijn hier en daar kleine vlekken aan te wijzen, maar dat het geheel, het plan en de uitvoering van het werk, te voortreffelijk is om daar naar te zoeken. Wij willen liever door deze aankondiging de meer en meer, ook in óns Land ontwakende belangstelling in de Geschiedenis der Christelijke Kerk helpen bevorderen. Aan alle beschaafde Christenen, aan onderwijzers