het doel van 's Heeren komst; hoe Hij door leer en werken, lijden en sterven, opstanding en hemelvaart, ter bereiking van dat doel werkzaam is geweest; wat Hij na zijn henengaan voor zijn rijk gedaan heeft; terwijl de rij gesloten wordt met een beknopt overzigt over de geheele openbaring in jezus christus. - Dat die populair-wetenschappelijke voorlezingen te Zutphen met veel bijval, stichting en nut zijn gehoord, kunnen wij niet betwijfelen; althans wij lazen ze met een uitstekend genoegen. Getroffen werden wij telkens door den rijkdom en de volledigheid van zaken, die gepaard gaan met helderheid van gedachte en duidelijkheid van voorstelling, terwijl de geest des Evangelies het geschrevene bezielt. - Daar echter de genoeg bekende naam van Ds. witkop min of meer ‘Groningsch’ riekt, en de rondborstige fiksche opdragt aan zijne voormalige leermeesters en tegenwoordige vrienden, de Hoogleeraren de groot en pareau, op nieuw naauwe geestverwantschap tusschen hem en hen verraadt, willen wij een paar bladzijden mededeelen, in de hoop dat dit staal van gezonde en gansch niet rationalistische Evangelieopvatting de vreeze voor in verlangen naar die voorlezingen moge veranderen. Hoewel schier elke bladzijde daartoe zou kunnen dienen, kiezen wij er een paar uit de negende voorlezing, niet als de treffendsten, maar omdat zij eene algemeene beschouwing behelzen van des Heeren in den laatsten tijd weder zoo veel besproken wonderen.
‘Wanneer men onbevoordeeld de Evangeliën opent en leest, dan wordt men terstond getroffen door de verbazende werken, welke jezus op aarde verrigtte, door het volmaakte voorbeeld, 't welk Hij in zijn gansche leven ons heeft gegeven. Wij merken ook daarin, dat Hij de geheel eenige is onder de menschen, eenig in magt, wijsheid, liefde en godsvrucht. Het is moeijelijk eene eigenlijk gezegde bepaling van jezus' wonderen te geven. Dit kan ons niet bevreemden. Immers het zijn daden, welke ons eene hoogere dan menschelijke magt doen aanschouwen, werken, die naar de ons bekende wetten der natuur niet kunnen verklaard worden. Hoe zouden wij ze dan naauwkeurig in haren aard kunnen beschrijven of bepalen? Het zijn werken die buiten den kring onzer bewustheid liggen. Voor ons tegenwoordig doel zij het genoeg, dat wij deze wonderen van jezus beschouwen: als