keerigen haat, en deze werd vooral aangevuurd door den naijver der beide Patriarchen, van Rome en Constantinopel. De eerste had, na zijne scheiding van het Byzantijnsche Rijk, en gedeeltelijk juist daardoor, in den strijd, wie de meeste zijn zou, véél vooruit gekregen; doch de Metropolitaan van Constantinopel verbond zijne zaak met die van den troon des Keizers die hem beschermde. Persoonlijke vijandschap tusschen twee Patriarchen deed eindelijk de scheiding tot stand komen.
De Patriarch van Constantinopel ignatius werd door Keizer michaël III afgezet, en in zijne plaats werd photius op den hoog-bisschoppelijken stoel verheven.
Deze photius was een geleerde leek, die zich als staats- en krijgsman had onderscheiden, en nu plotseling langs al de trappen der kerkelijke wijding tot den hoogsten werd verheven (852). Paus nikolaas I echter verklaarde zich voor ignatius, en deed photius in den ban. Photius nam den strijd onverschrokken aan en beoorloogde den Paus met de wapens der godgeleerdheid.
Hij verweet aan de Latijnsche Kerk, dat zij de zuiverheid des geloofs bedorven had door veroordeelingwaardige toevoegselen aan de heilige symbolen. Dat de Heilige Geest niet alleen van den Vader, maar ook van den Zoon is uitgegaan, hetwelk éérst, in de zevende eeuw, door de Spaansche, en vervolgens ook door de Gallische Synoden was beweerd, werd door photius als eene nieuwigheid veroordeeld. Hij beweerde, daartegen, dat de mond die de woorden ook van den Zoon durfde uitspreken, geen Christelijke mond was. Met dit hoofdbezwaar werden nog andere grieven verbonden. De Latijnsche Kerk toch gebruikte bij het Avondmaal ongezuurd brood, en stond in de vaste het gebruik van melk en kaas toe; hare priesters schoren hunnen baard en onthielden zich van het huwelijk, enz. Hierbij kwam nog de strijd over de vraag: of de onlangs bekeerde Koning der Bulgaren onder het kerkelijk gebied van Rome of van Constantinopel behoorde?
Eenigen tijd daarna werd photius door den moordenaar en opvolger van michaël, basilius den Macedoniër, afgezet. Hierover zegepraalde Rome op eene te Constantinopel in 869 gehouden Kerkvergadering, waar de veroordeeling van photius werd hernieuwd. Na den dood van ignatius echter, werd photius weder in zijne waardigheid hersteld en bevestigde zich