Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1854

[p. 438]

De godsdienst der Maronieten.^(*)

Volgens de Jaarboeken der Maronieten heeft men dikwijls beproefd hen 't Protestantisme te doen omhelzen, maar sedert hunne verzoening met Rome, in 1167, zijn zij onwankelbaar in hun geloof gebleven. Zij hebben evenwel niet vóór de vijftiende eeuw de oppermagt van Rome in zaken van kerkelijke tucht erkend. Gedurende drie eeuwen waren zij in alle opzigten een Roomsch-Katholiek volk, behalve in het stuk van gehoorzaamheid aan den Paus. Tegenwoordig nog hebben zij de vergunning om Provinciale Kerkvergaderingen te houden, waarbij de Pauselijke Legaat slechts als getuige en berigtgever tegenwoordig is. De Maronieten worden bestuurd door twaalf Bisschoppen en een Patriarch, die door de Bisschoppen wordt gekozen, en bevestigd door den Paus. Hij voert den titel van Patriarch van Antiochië; heeft een inkomen van 60,000 gulden 's jaars, behalve 1/6 van het inkomen van elken Bisschop, en bezit eene bijkans absolute magt beide in het wereldlijke en geestelijke.

Alle Christelijke Kerken van het Oosten verschillen van de Roomsche Kerk in het stuk van het celibaat der Priesters. Vele Maronitische Priesters zijn gehuwd; maar van huwelijken na hunne wijding gesloten is geen voorbeeld, en van de Bisschoppen is er niet een gehuwd.

De Maronieten bekomen weinig onderwijs, en zelfs de Syrische taal, die hunne Kerkelijke taal is, wordt zoo slecht bestudeerd, dat de Godsdienst vaak gevierd wordt zonder dat de voorganger of de gemeente er iets van verstaan (1 Cor. xiv:19). Evenwel hebben de Priesters ongeloofelijk veel invloed. Een vierde van het land is in hun bezit, en toch vorderen zij nog giften ook van de armste landlieden. Het volgende is een uittreksel uit een Maronitischen Katechismus.

V. Wanneer gij eens een Priester en een Engel tegen kwaamt, wien zoudt gij het eerst hulde bewijzen? - A. Den Priester. - V. En hoe zoudt gij dat doen? - A. Door mij neder te werpen en den grond waarop hij treedt te kussen. - V. Waarom moet de Priester eer dan de Engel worden ge-

(*) Zie de Revue Brittannique van Maart 1854, bl. 46-48.

[p. 439]

huldigd? - A. Omdat hij oneindig voortreffelijker is. - V. Waarin? - A. Daarin, dat de Engel een dienaar en knecht Gods is, terwijl de Priester bij het vieren van de mis God-zelven kan gelasten uit den hemel neder te dalen.

Ook zijn er Maronitische Priesters, die het paradijs als bij de el verkoopen, en verscheidene hunner leeken hebben vaak een aardig sommetje voor eene plaats in den hemel betaald.

In 1721 heeft Paus clemens XI, om de Maronieten voor hunnen tegenstand tegen het Protestantismus te beloonen, hun den titel gegeven van Semper Fideles.