voorganger bedwingt zijne droefheid door edele verontwaardiging; anderen laten die meer zigtbaar blijken, terwijl een regtmatig gevoel van wraak in uwe boezems opwelt. Al moge de Spanjaard uwe houding en blikken bespieden, uw gevoel is hier grooter dan 't ontzag voor de magt der onderdrukkers.
Filips en alva! die dooden zullen den tegenstand tegen uw geweld niet versmoren; hun bloed dat den grond gedrenkt heeft, zal een boom doen opwassen waarvan de vruchten 's Lands vrijheid en onafhankelijkheid zullen zijn. Al mogen er de Zuidelijke loten spoedig van verdorren; zeven, hoewel aan den Noordenwind blootgesteld, zullen weldra heerlijk bloeijen, en onder aanvoering van oranje zullen er helden oprijzen, die den krachtigsten Veldheer zullen afmatten, en den vermogendsten Vorst zijner eeuw doen sidderen op zijnen troon. Het bloed der martelaren maakt de aarde vruchtbaar; zelfs de takken des booms die lang verdroogd schenen, zijn eindelijk weêr uitgesproten. Belgen! toont, dat ook voor u egmond en hoorne niet te vergeefs hun leven ten offer gebragt hebben! Blijft getrouw aan uwe voorvaderlijke zeden, en zuivert die van alle vreemde smet!
Groote kunstenaar! die uw krachtig penseel aan treffende vaderlandsche gebeurtenissen toewijdt, waarin wij, even als uwe landgenooten, het hoogste belang stellen; die ons reeds in de zaal geleidde waar Keizer karel, op onzen willem geleund, afstand deed van zijne waardigheden, en ook tegenwoordig deed zijn bij de laatste oogenblikken van een der edelste slagtoffers; gij hebt in dit tafereel de vorige overtroffen, omdat het krachtiger tot onze ziel spreekt; gij hebt ons weten te boeijen, dat, hoe sterk het somber akelige der voorstelling ons aangrijpe, wij ons van de baar niet los kunnen scheuren! Hoewel onze oogen er vochtig bij worden, is het ons een weemoedig genoegen voor uw tafereel te verwijlen; zoo als gij in uwe kiesche voorstelling al het stuitende hebt weten te vermijden dat ons gevoel had kunnen beleedigen.
Terwijl wij met die vaderlandlievende aandoening de lijken van egmond en hoorne aanschouwen, verheugen wij ons te gelijk in de zegepraal der kunst. Zij verplaatst ons in vroeger eeuw, als waren wij bij hunnen dood tegenwoordig geweest. Wij staan verbaasd over de begoocheling die zij weet voort te brengen; over eene kleurmenging als ware zij door de Zuiderzon gestoofd; over de juistheid van vormen, en de treffende uitdrukking der hartstogten, die eene zoo diepe studie van 's menschen gedaante en gemoed verraden. Wij leggen eene martelaarskroon boven de schedels der edele slagtoffers, terwijl wij met geestdrift aan u, o kunstenaar! den krans der overwinning reiken in het strijdperk voor het ware en eenvoudige schoon!