hij iemand voorstelt naar den een of anderen tekst waarin van reizen iets voorkomt, en de wijze waarop hij van zijne togten melding maakt.
En hoe oppervlakkig is alles behandeld! Hoe onbeduidend is 't wat hij mededeelt van Freiburg, van het Höllenthal. Men zou haast denken dat hij ze niet gezien heeft, zoo spoedig maakt hij er zich van af. En is hij dan slapende het Kirchzarter-Thal en het Himmelreich gepasseerd? Of had hij vroeger iets gezien dat den Höllenpas evenaarde? En hoe slordig is de beschrijving van de reis door het Schwartzwald! Niet Feltzkirch, maar Lentzkirch, niet Pon-dorf, maar Bonndorf liggen aan de route, en Schleizheim ligt aan genen kant van de Wutach, reeds op Zwitsersch gebied. Zoo als die plaatsen hier genoemd worden, achter elkander, is het of zij worden aangetroffen eer men aan de Titisee komt (door den S. ook al verkeerd Pickli-See genoemd). En dan Schaffhausen! Waarlijk, men moet zeggen dat de Schrijver alles behalve naauwkeurig is in zijne mededeelingen.
Het Hôtel weber, b.v., is niet even buiten de poort van Schaffhausen, maar ¾ uur van daar. Ook ligt het op de hoogte, en niet in de laagte, zoo als de Schrijver zegt. Hij schijnt het Hôtel weber, dat zich eenige honderde voeten boven den val verheft, te verwarren met de Restauratie, die beneden aan den lageren oever, tegenover den waterval ligt. Juist het standpunt uit de laagte, waarop de Schrijver stond, doet den val krachtiger uitkomen, dan wanneer men hem uit de hoogte ziet. Op de naauwkeurigheid der eigennamen schijnt de S. volstrekt niet te letten. In dezen zelfden brief toch vindt men gewag gemaakt van den Oeteliberg tegenover Zurich: hij heet Hütli of Uetliberg, en wordt ook door de Zurichers, en stellig ook door Prof. lange zoo genoemd. Welligt vindt iemand 't kleingeestig, dat wij zoo op namen letten; maar wie in den vreemde reist, moet vooral de namen goed kennen, of hij loopt gevaar verkeerde aanwijzingen te bekomen of uitgelagchen te worden, en daaraan stelt de S. bloot al wie zijne beschrijving tot gids nemen. Zoo vinden we op bl. 131: Beggenrud, in plaats van Bukenrud; bl. 153: Rosenrawi, voor Rosenlani, bij herhaling op bl. 156; op bl. 168: Unterzeen, voor Untersee. In een boek dat betrekkelijk zoo duur is, moesten zulke gebreken niet gevonden worden. Daarenboven, waar