| |
Geographisch Woordenboek der geheele Aarde; door J. Kramers, Jz. In één Boekdeel. Aflevering 1-10. Te Gouda,
| |
| |
bij G.B. van Goor. 1853. In gr. 8vo. 480 bl. f :-75 per Aflevering.
Het zamenstellen van een Aardrijkskundig Woordenboek is eene hoogst lastige en vermoeijende taak, die niet alleen geenszins in hare volle waarde wordt geschat door hen die zoodanigen arbeid zich ten nutte maken, maar waarvan ook de moeijelijkheid, zoo wij meenen, in haren geheelen omvang, in geenen deele wordt gewaardeerd door hem die den arbeid gaat ondernemen. Is men eenmaal aan het werk, dan komen de bezwaren. - Wij herinneren ons althans zeer wel hoe wij in der tijd door den Heer j. van wijk, rz., bij de zamenstelling van zijn ‘Algemeen Aardrijkskundig Woordenboek’, hebben hooren klagen over het afmattende van dien arbeid. Ruim vijf jaren (1821-1826) besteedde hij daaraan, en ware hij niet bezield geweest door de edele zucht om zijn arbeid zoo volledig mogelijk te maken, hij hadde zich niet aan het ‘Supplement’ gewaagd. Die laatste arbeid nam hem nog acht jaren (1835-1842) lang ál den tijd weg, dien hij aan zijne gewone bezigheden kon ontwoekeren. Wij moeten derhalve den Heer kramers dank zeggen voor zijne ijzeren vlijt en rustelooze arbeidzaamheid om zijnen landgenooten zulk een Woordenboek te schenken, nadat, zoo weinige jaren geleden (in het jaar 1850), een ‘Geographisch-Statistisch-Historisch Handboek’ door hem is in het licht gezonden.
Bij de uitgave van dit Woordenboek moeten wij vooral de aandacht onzer landgenooten op twee omstandigheden vestigen; namelijk: 1o. dat het werk in één Boekdeel zal worden zamengevat, waardoor degenen die het gebruiken willen, van de moeite ontslagen zijn, om een tweede en soms een derde Boekdeel in handen te nemen, wanneer zij in het eerste te vergeefs hebben gezocht; 2o. dat de uitgave met snelheid voortgaat: want in één jaar tijds zijn de nu aangekondigde Tien Afleveringen in het licht gekomen, waardoor het werk bereids tot letter L is gevorderd; zoodat wij gelooven niet te veel te zeggen, wanneer wij de hoop en tevens de verwachting uitdrukken, dat het geheel vóór het einde van 1854 zal zijn verschenen. Wanneer bij een dergelijk werk tusschen het eerste en het laatste gedeelte eene groote tijdruimte verloopt,
| |
| |
kan het niet missen of in het eerste ontbreekt vaak iets waarvan in het laatste melding gemaakt wordt. In dier voege kon, b.v., onder Amsterdam, geen gewag zijn gemaakt van een spoorweg op Utrecht, terwijl bij de behandeling van Utrecht van den spoorweg zou kunnen gesproken worden, als reeds eenigen tijd bestaande.
Het ‘Geographisch Woordenboek’ is rijk aan inhoud, en daarom heeft de Zamensteller zich in de noodzakelijkheid bevonden, zijne groot octavo bladzijden in twee kolommen te splitsen, ieder van meer dan honderd regels, zoodat eene zeer fijne letter is gebruikt. Toch zijn de verschillende karakters en ook de cijfers zeer duidelijk, zoodat voor een werk dat van tijd tot tijd moet geraadpleegd worden, noch letter, noch cijfer genoegzame duidelijkheid mist. - Ten einde alle mogelijke misstellingen, in een werk als het tegenwoordige zoo onvermijdelijk, kan het wezen, aan het slot van het werk te herstellen, zal er aan het einde eene Alphabetische Lijst van verwijzingen geplaatst worden, om de misstellingen of overgeslagene namen op te nemen, en om het zoeken van plaatsen, die wel eens op verschillende wijze gespeld worden, onder die van elkander afwijkende letters, te doen kennen, en aan te wijzen waar de woorden te vinden zijn.
Terwijl wij de groote waarde van dit Aardrijkskundig Woordenboek erkennen, zullen wij, zonder aan die verdiensten te kort te doen, ons enkele aanmerkingen veroorloven, waarvan de Heer kramers des verkiezende in zijne verwijzingen zal kunnen gebruik maken.
Bij Aardenburg wordt opgegeven: ‘graanhandel en landbouw, weleer groot en bloeijend, met 5 markten en 74 straten’. Het komt ons voor, dat het hier niet duidelijk is of het ‘weleer’ ook slaat op 5 markten en 74 straten. Bij den Heer van der aa staat, in het ‘Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden’: de stad had, terwijl er van Aardenburgs toestand eenige eeuwen geleden wordt gesproken. In dier voege ook spreekt het ‘Handboek’ van den Heer k., en zeker is het, dat dit stadje, hoe net en zindelijk het zijn moge, zoo vele straten en marktpleinen niet telt. - Zou het niet goed geweest zijn, dáár en elders, voor zoo veel Nederland aangaat, ook de kerkgebouwen te vermelden? In groote steden is
| |
| |
dat niet overgeslagen, en zijn tevens door k. de praalgraven in de kerken opgenoemd. Een algemeen gebrek is het derhalve niet. - Het is evenwel verre van ons, omtrent Nederland eene groote uitvoerigheid te verlangen. Zij kan hier evenmin omtrent Nederland als omtrent eenig ander Rijk plaats vinden. Men bedenke dat de geheele aarde wordt behandeld in één Boekdeel. Hij derhalve, die ten opzigte van het een of ander Rijk uitvoerigheid zoekt, moet andere werken ter hand nemen; zoo als het bekend is, dat, voor zoo veel Nederland betreft, het uitvoerige ‘Woordenboek’ van den Heer a.j. van der aa tot een gids kan strekken, die wel nimmer zal verlegen laten. Waar zoude het heen, indien het ‘Geographisch Woordenboek’ van den Heer kramers zich tot zoodanige uitvoerigheid voor de geheele Aarde wilde verbreeden!
In het artikel Amsterdam gelooven wij, dat (bl. 30) bij de kerken eenige misstellingen zijn ingeslopen. Op het ‘Berigt’ aan de binnenzijde van het schutblad dier Aflevering, worden eenige fouten verholpen, maar ofschoon het getal R.-K. kerken, volgens dat ‘Berigt’ moet verbeterd worden tot 18, meenen wij nog dat het onjuist is. Ook is er niet ééne kerk van de Jansenisten of Oud-Roomschen, maar, bedriegen wij ons niet, dan is het getal twee, en de 9 Synagogen zullen wel tot drie moeten worden verminderd. - Het cijfer der bevolking van de hoofdstad zal dat moeten zijn van den 1sten Januarij 1851, doch dit is niet opgegeven.
Bij sommige plaatsen zal het noodig wezen om in de ‘Lijst van verwijzingen’ te doen zien, waar men ze te zoeken hebbe. B.v. zal men Baarle, d. in het District Breda, Baarle, d. in het District 's Hertogenbosch, Baarle, buurt in het District Vollenhoven, Baarle, Adel. Huis nabij Didam, Baarle, d. in O. Vlaanderen, schrijven Baarle, of Baerle, of wel Baerlo? - De buurten of buurschappen en adellijke huizen worden waarschijnlijk in het ‘Geogr. Woordenboek’ niet opgenomen, althans wij hebben eenige der door ons hier opgenoemde plaatsen niet kunnen vinden. Doch het is zoo: ze zijn van geringe beteekenis. - Barlaimont, Barlaymont, Berlaimont, en zoo vele andere plaatsen, zullen mede onder de verwijzingen behooren te worden opgenomen. - Daar wij toch aan het vragen zijn: waar zullen de Baai-Eilanden, nabij Honduras, sedert een
| |
| |
paar jaren tot eene Britsche Kolonie verheven, eene plaats vinden? - Het onderscheid tusschen Calcutta, Hoofdstad der Britsche Bezittingen in Hindostan, en Calicut, tot het Presidentschap Madras behoorende, zal almede op de meergezegde ‘Lijst’ moeten worden aangewezen.
Californië belooft thans meer belangrijk te worden dan vroeger onder de Missiën van Jezuïten of Dominikanen. Niet eigenlijk van wege het goudgraven, - ofschoon daardoor de volkstroom er aanvankelijk is heen gelokt, - maar door landbouw en handel. Te regt zegt de Schrijver aan het slot van zijn artikel over Californië (bl. 163): ‘Langzamerhand maakt de chaos van verwarring in Californië voor eene betere orde van zaken plaats, en in dit schoone, wel met Italië vergeleken land, dat zoo ongemeen gunstig voor den handel gelegen is, en zulk een buitengewonen plantenrijkdom bevat, heeft men reeds een begin gemaakt met de akkers regelmatig en vlijtig te bebouwen, om zoo doende 's lands welvaart op hechter steunsels te vestigen, dan door goudzoeken in de ‘diggings’ en ‘gulches’.
Op bl. 145 vernemen wij hoe het kolossale Britsche Rijk bezittingen heeft in al de vijf werelddeelen, alles te zamen eene bevolking tellende van ongeveer 130,000,000 zielen op eene uitgestrektheid van honderd en vijftig duizend vierkante geographische mijlen. De beschermde of cijnsbare Staten in Azië bedragen bovendien 47 millioen zielen. Ook zegt de Heer k. daarvan: ‘Het Britsche Rijk is het magtigste en uitgebreidste van de wereld; in bevolking doet het alleen voor het Chinesche Rijk onder’. - De oppervlakte van het Russische Rijk in Europa, Azië en Amerika is ongetwijfeld grooter, doch die grootere oppervlakte ligt voor het meerendeel onder de bevrozene luchtstreek. Wat de bevolking aangaat, in Azië aan Groot-Brittanje gehoorzamende, deze wordt wel eens begroot op honderd en vijf millioen, en de cijnsbare op vijf-en-vijftig millioen, dus gezamenlijk op 160 millioen zielen, terwijl in het ‘Woordenboek’ opgegeven wordt: 93,500,000, en 47,000,000, hetgeen een verschil van bijna twintig millioen zielen oplevert.
Het artikel Europa is op eene zeer belangrijke wijze behandeld. Men vindt (bl. 301) eene vergelijking der voornaam- | |
| |
ste Staten van Europa, hunnen Regeringsvorm, de grootte in □ geogr. mijlen, de bevolking in 1850, en de verhouding van de sterfte tot de bevolking. Uit de vergelijking ontwaren wij dat die verhouding in Nederland staat als van 1 tot 33, zijnde de middelterm, welke bij de berekening der levenskansen in het algemeen wordt aangenomen. - Over de menschenrassen welke Europa bewonen, wordt gesproken, en de verschillende familiën van den stam opgegeven. Wat voorzeker voor velen belangrijk zal wezen, is de ‘vergelijkende opgave van 't gebruik, dat er in 1846 van het volksonderwijs in de voornaamste Staten gemaakt werd’. - Nederland staat, volgens die vergelijkende opgave, met Saxen, in de gunstigste verhouding.
De Zamensteller heeft overal getracht door eene tabellarische voorstelling de verdeelingen der Rijken en Staten den lezer duidelijk te maken. Zoo ontmoeten wij, b.v., bij Griekenland of Hellas de drie groote verdeelingen, alsmede de Departementen, de bevolking van ieder Departement en de hoofdplaatsen. - De bevolking is, in het laatste tiental jaren, met ruim tien ten honderd vermeerderd. Hoe jammer, dat niet van buiten af de ontwikkeling van orde en beschaving van dat jonge Rijk wordt in de hand gewerkt! De gebeurtenissen welke thans in die streken onrust en ramp over de bevolking brengen, zullen de volksbeschaving merkelijk vertragen.
Op de spelling der woorden moet vooral worden acht gegeven. Wij erkennen gaarne dat, bij een werk als het tegenwoordige, zulks uiterst moeijelijk is, en uit hoofde der van elkander afwijkende spelling, zoo als wij bereids bij het spreken over de ‘Lijst van verwijzingen’ hebben doen gevoelen, wordt die moeijelijkheid nog grooter. Wij kunnen dan ook niet anders doen, dan deswege de meeste zorg aanbevelen. Bij Irun, b.v., Spaansche grensstad, in de Prov. Guipuzcoa, ontbreekt in het laatste woord eene letter. Bij de behandeling der Provincie is de spelling juist, doch had men welligt aldaar over luchtstreek en voortbrengselen wat meer bijzonderheden verlangd.
Een werk als het tegenwoordige is in ieder beschaafd huisgezin onmisbaar. Onmogelijk toch is het, voor wie ook, bekend te wezen met alle plaatsen, welke bijna dagelijks in de
| |
| |
Nieuwsbladen vermeld worden. Eene vraagbaak als het ‘Geographisch Woordenboek’ van den Heer kramers is uit dien hoofde eene behoefte. Wij wenschen dien Heer lust en krachten toe om zijne taak naar behooren en spoedig af te werken. Een ruim vertier, al mogt het niet thans alreeds tot aanmoediging strekken, zal ongetwijfeld eerlang aan Bewerker en Uitgever wèlverdiende voldoening verschaffen. |
|