maar vooral niet in het beoefenen van die middeleeuwsche ridder- en schijndeugden, die hoofdzakelijk bestonden in de kunst om den evenmensch met zekere gemakkelijkheid en vlugheid den schedel te kloven of het hart te doorboren. - Wij willen echter de overheersching door Rusland of Oostenrijk volstrekt niet verdedigen.
De Schrijver behandelt, na eene Inleiding, de volgende onderwerpen: Polen. Deszelfs eerste drie verdeelingen; zijne deelneming aan de veldtogten onder napoleon, met de beschrijving der Omwenteling in 1830, en een kort tafereel van zijnen tegenwoordigen staatkundigen toestand, en van de gebeurtenissen van den laatsten tijd. - Het Koningrijk Hongarijë. Hongarijë onder Koningen uit verschillende Huizen. Koningen uit het Oostenrijksche Huis. Murahd pacha, of bems leven, daden en dood. De Europesche gezanten aan het hof van abdul medschid en hunne houding jegens de uitgewekenen. De Sultan en zijn Serail. Het zomersaizoen in de Turksche residentie. Het Turksche leger en zijne aanvoerders.
Polen werd tot driemalen toe gedeeld, zoodat er bijkans niets van overbleef, en Rusland, Oostenrijk en Pruissen ook de laatste overblijfselen onder elkaâr verdeelden. Het gedrag van stanislaus augustus is de laatste verraderij tegen Polen geweest, en heeft het land zijne zelfstandigheid geheel benomen.
De onafhankelijkheidskamp van Hongarijë wordt duidelijk en levendig geschetst. De intrigues van het Oostenrijksche hof, de genialiteit, schranderheid en volksliefde van kossuth, het ellendige verraad van gorgey, de wreedheid van haynau, de listigheid van jellachich, de misvattingen der Hongaarsche bestuurders, de Oostenrijk vernederende tusschenkomst van Rusland, alles wordt niet zonder talent en in eenen boeijenden verhaaltrant medegedeeld. Omtrent veel van 't geen Turkijë betreft levert echter de ondervinding dezer dagen iets beters.
Landen als Polen en Hongarijë wekken de sympathie op van al die volken, wier beschaving voor afgrijselijke wreedheden terugdeinst, en wier edelmoedigheid groot genoeg is om 't overheerschen van zwakkeren te verfoeijen.