Aanschouwelijk Onderwijs in het Dierenrijk, of Handboekje voor aankomende Onderwijzers, Onderwijzeressen en Bewaarschoolhouderessen, ten gebruike bij Platen van de voornaamste en nuttigste Dieren; door J. Spaan, Schoolonderwijzer te Haarlem. Te Haarlem, bij C. Zwaardemaker. 1854. In kl. 8vo. 78 bl. f :-45.
De uitvoerige titel geeft voldoende aanwijzing van het doel waarmede dit werkje is opgesteld. Het moet tot handleiding dienen om met de kinderen te spreken, hen opmerkzaam te maken en te ondervragen bij het aanschouwen van afbeeldingen, zoo als die welke bij hoogstraten te Zwolle zijn uitgegeven. Eerst geeft de Schrijver een voorbeeld van de wijze ‘op welke men de platen zou kunnen behandelen’, gelijk hij zegt, d.i., hoe men bij het gebruik der platen met de kinderen spreken kan. Dit voorbeeld is dramatisch voorgesteld (bl. 5-9). Hierop volgen, zonder stelselmatige orde, beschouwingen over eenige dieren, waarvan de onderwijzers of onderwijzeressen gebruik kunnen maken; voor dezen toch en niet voor kinderen is dit boekje opgesteld. De stijl laat veel te wenschen over, en de opvolging der denkbeelden is somtijds zeer vreemd. Zie hier een voorbeeld. ‘Het bloed’ (der koe) ‘dient tot bereiding van bloedworst en van sommige dingen. De darmen om er worst in te stoppen, de blaas om potten met ingelegen goed te bedekken, enz. De koe bewijst wel Gods almagt, wijsheid en liefde! Waarin?’ Dit diene mede tot eene proeve van den schrijftrant. Over de wetenschappelijke waarde van dergelijk een werkje iets te zeggen, zou weinig overeenkomen met het doel dat zich de Schrijver heeft voorgesteld. Aankomende onderwijzers, onderwijzeressen en bewaarschoolhouderessen, die dergelijk eene aanwijzing behoeven, mogen beoordeelen wat zij uit dit Handboekje goeds en bruikbaars kunnen opdelven.
J.v.d.H.