Onder de Oostersche volken missen wij de Parthen, die in hunne maatschappelijke inrigtingen, regeringstelsel, en wijze van krijgvoeren veel eigenaardigs hadden, en langen tijd voor de alles dwingende Romeinen, toen deze op den top hunner magt stonden, geducht waren. Zoo wel als de Bactriërs, de Staten van Klein-Azië en de Syriërs hadden zij eene plaats verdiend. Onder de Westersche volken wordt alleen gesproken van de Grieken, Macedoniërs en Romeinen: - waarom ook niet van de Spanjaarden, Gallen, Germanen en Britten? Konden deze al niet met de eerstgenoemden in merkwaardige lotwisselingen, in magt en beschaving wedijveren - zij hebben echter, vooral de Gallen en Germanen, in de Oude Geschiedenis geene zoo geringe of smadelijke rol gespeeld, om geheel niet, of maar ter loops van hen te gewagen. - Op andere plaatsen had de Schrijver zich kunnen bekorten. In eene Algemeene Geschiedenis mag zeker die van het eerste menschengeslacht, en de Israëlitische, hier tot de verwoesting van Jeruzalem door titus, behandeld, niet ontbreken; doch vermits dit werk uit zijnen aard voor reeds gevorderde leerlingen is bestemd, die geacht mogen worden met de voornaamste gebeurtenissen des Bijbels bekend te zijn, hadden de lotgevallen van het Israëlitische volk wel beknopter vermeld kunnen worden. Te regt beslaan de Grieken en Romeinen de ruimste plaats. Evenwel, bij den rijkdom van stof hier voorhanden, had de Schrijver zich te meer voor herhalingen moeten hoeden. Zeker kon de ethnographische méthode, door hem gevolgd, daartoe
ligt verleiden. Doch waarom niet, bij de beschouwing van het Perzische Rijk, slechts met een woord van de oorlogen met de Grieken en met alexander den Groote gerept, om die bij de geschiedenis der laatsten opzettelijk te behandelen, daar wij ze nu tweemalen ontvangen. In de beschrijving der Lydiërs en Karthagers zijn zulke herhalingen vermeden. Wij vatten ook niet waarom wel de vermaarde Dichters, Geschiedschrijvers, Redenaars, Wijsgeeren en Kunstenaars van Griekenland, maar niet die van Rome zijn opgegeven.
Verder zijn ons de volgende misstellingen voorgekomen. Op bl. 239 staat: ‘hasdrubal zich met hannibal vereenigd hebbende, zoo stond Rome's lot op nieuw zeer hagchelijk’, 't moet zijn: ‘als hasdrubal zich met hannibal vereenigd had,