zeer verdienstelijken arbeid, door eene volledige opgave te verzamelen van alle Wettelijke Verordeningen omtrent het Gemaal (bl. 1-46), en vooral door eene artikelsgewijze opsomming der menigvuldige Resolutiën en Toelichtingen van het Departement van Financiën, nopens het regt verstand der verschillende Wetsbepalingen (bl. 47-92).
Behalve deze hoogst nuttige compilatie, is het ons niet gebleken, dat de S. eenigen eigen arbeid aan dit boekske besteed heeft; indien men enkele verwijzingen, de inhouds-opgave (bl. iii-viii), en de Tafel ter berekening van den Accijns (bl. 93-97), uitzondert.
Voor de volledigheid is het maar te betreuren, dat de Wetgevende Magt weder eene nieuwe Wet, dit onderwerp van nabij betreffende, heeft aangenomen; doch daaraan kan nu de onvermoeide S. op nieuw zijne krachten wijden; misschien vindt hij, bij gebreke van Resolutiën en Decisiën, stof tot eigene aanteekening, al ware het bij uittreksel uit het Bijblad van de Staats-Courant. Naar onze bescheiden meening had in een werk als dit door den S. althans ook aan de Jurisprudentie eene plaats moeten worden ingeruimd; misschien zorgt hij daarvoor bij eenen tweeden druk. Doch dan zou het boek ook nuttig worden voor de regterlijke magt en de balie, en deze heeft hij van zijne nomenclatuur op den titel uitgesloten.
Het boek is goed gedrukt en, naar gelang van de menigte letters, niet te duur.